Het jachtseizoen is geopend!

Een hoop technische problemen en een paar aanrijdingen bij de start, daarmee was Luis’ seizoen begonnen. In Monaco sloeg hij terug door de zege voor de poorten van de hel weg te slepen, zodat hij weer volledig in de titelstrijd meedoet.

Het Formule 1-circus was dit weekend weer eens neergestreken aan de rand van de Middellandse Zee. De jachten en appartementen vormden het decor van de zesde Grand Prix van 2016. Op het 3,3 kilometer lange circuit van Monte Carlo verdedigde klassementsleider Rosberg zijn niet onaanzienlijke voorsprong van 39 punten op de verassende nummer twee Räikkönen. Wereldkampioen Luis stond vier punten achter de Finse Ferrari-coureur en had nog geen race gewonnen. In Monaco, waar Rosberg de laatste drie keer had gewonnen, zou dan maar de omslag moeten komen.

Bandenleverancier Pirelli had speciaal voor het trage stratencircuit een nieuwe band meegenomen: de paarse ultrazachte band maakte zijn langverwachte debuut. De kwalificatieband was nog een stapje zachter dan de superzachte band die voorheen de agressiefste bandenkeus was, maar heel erg enthousiast werden de rijders er niet van, omdat de band nog steeds vrij hard zou zijn, wat het spektakel in de race niet ten goede zou komen.

Hero to zero
Maar eerst was er nog de kwalificatie en die verliep wel interessant en incidentrijk. De eerste sessie werd tweemaal stilgelegd: eerst door Nasr, die met een rokende motor de tunnel uit kwam rollen (toch zeker wel een achtje op de Schaal van Coronel) en daarna door Max, die zijn wagen in de muur smeet. Hij was naar eigen zeggen niet eens aan het pushen, maar hij onderschatte de grip die hij had, waardoor hij de chicane te scherp aansneed, zijn ophanging tegen de vangrail aan gort reed en stuurloos de muur in vloog. Het betekende dat hij achteraan moest starten.

Teamgenoot Ricciardo, die met de verbeterde Renault-motor reed, had het een stuk beter voor elkaar. In een ronderecord eist hij uiteindelijk de poleposition op, voor de nogal chagrijnige Mercedes-coureurs, die in de beslissende sessie allebei een raar probleem met de benzinedruk hadden. De Ferrari’s zakten, zoals wel vaker dit seizoen, in de beslissende sessie door het ijs. Een woedende Fattle kwam niet verder dan een vierde tijd, terwijl Räikkönen zesde was en vanwege een versnellingsbakwissel slechts als elfde mocht starten.

Kletsnat
De tactische bespiegelingen voor de race kregen een extra dimensie doordat Ricciardo à la Rosberg de race niet op de ultrazachte, maar op de superzachte banden ging starten. Zou het een voordeel zijn, of zou het hem alleen maar hinderen? Doordat het in het prinsdom op de racedag nat is, blijft die vraag onbeantwoord, omdat iedereen de race achter de safetycar op regenbanden start.

Als de Mercedes de race na acht ronden vrijgeeft, spuit Ricciardo meteen weg bij de andere twee Mercedes. Het is gestopt met regenen en dus gaan de eerste coureurs al meteen naar de pits voor intermediates. Magnussen volgt de safetycar de pits in. Op het moment dat de Deen zijn banden laat verwisselen, vliegt teamgenoot Palmer op het spekgladde parcours nog voor de eerste bocht de muur in. De virtuele safetycar komt de baan op en meteen duiken nog meer coureurs de pits in voor intermediates.

In de middenmoot gaat het bij Räikkönen niet naar wens. Hij gaat rechtdoor in de haarspeldbocht en verliest zijn voorvleugel. Zijn voorvleugel blijft onder zijn voorwiel steken, waardoor hij geen bocht fatsoenlijk kan nemen en Grosjean klemrijdt. Uiteindelijk parkeert de Fin zijn Ferrari in de uitloopstrook aan het eind van de tunnel.

Aan kop heeft Ricciardo al gauw een enorme voorsprong gepakt op Rosberg, die niet vooruit te branden is. De Finse Duitser heeft een remprobleem en houdt het halve veld op. Fattle heeft wel genoeg van het filerijden en dus duikt hij ook de pits in voor de wat gewaagde overstap naar intermediates. Zijn voorbeeld wordt gauw gevolgd door de anderen in de subtop en dus begint men bij Mercedes nerveus te worden. Uiteindelijk laat Rosberg Luis maar passeren, waarna de wereldkampioen op zevenmijlslaarzen bij zijn teammaat wegrijdt en op Ricciardo inloopt.

Fattle zit ondertussen klem achter Massa, die nog op de gewone regenbanden rijdt. Hij verliest zoveel tijd dat Rosberg hem na zijn stop nog gewoon voorblijft. Luis blijft echter op zijn regenbanden doorrijden. Hij knabbelt langzaam wat van zijn achterstand af en dat zorgt voor paniek bij het team van Red Bull, dat Ricciardo ook maar naar de pits haalt voor intermediates, zodat Luis de leiding overneemt.

Op intermediates is Ricciardo een stuk sneller dan Luis, maar inhalen is, zelfs met DRS, zo goed als onmogelijk op het nauwe stratencircuit. Luis wacht totdat de baan voldoende is opgedroogd om meteen naar slicks te kunnen overstappen. Dat moment breekt rond de dertigste ronde aan. Luis duikt de pits in en laat de ultrazachte band omleggen. Eenmaal verlost van de Mercedes voor zijn neus pusht Ricciardo als een malle om Luis via de stops te kloppen. Zijn werk wordt door een domme communicatiefout tenietgedaan, want als hij zijn Red Bull de volgende ronde de pitstraat instuurt, staat het team niet voor hem klaar. Pas als de banden van zijn auto zijn geschroefd, komen de monteurs met nieuwe banden aangesneld. Door het oponthoud komt Ricciardo weer achter Luis de baan op.

Een paar ronden later wordt het voor Red Bull nog leuker als Max een Kruijswijkje doet. In de 35e ronde komt er een einde aan zijn inhaalrace als hij zich, rijdend op de negende plaats, verremt en naast de ideale lijn komt, waar de baan nog spekglad is. Stuurloos vliegt de Red Bull met startnummer 33 de vangrail in.

Door de klapper komt de virtuele safetycar opnieuw op de baan. Bij de hervatting grijpt Ricciardo meteen Luis aan. De wereldkampioen krijgt zijn ultrazachte banden niet meteen op temperatuur en moet handen en voeten gebruiken om Ricciardo achter zich te houden, waar de Australische lachebek niet echt blij mee was.

Achter de twee vechtersbazen heeft Pérez zich dankzij twee perfect getimede stops naar de derde plek opgewerkt, voor Fattle. Achter hen is er een groot gat naar Alonso, die wordt opgejaagd door Rosberg en Hülkenberg, die bij de pitstops terrein hadden verloren.

In de achterhoede waren er wel meer verliezers. Zo kwamen beide Renaults niet aan de finish: nadat Palmer was gecrasht, raakte Magnussen bij een aantal ongelukken betrokken. Een vrij onschuldig ogende kus met de muur werd uiteindelijk zijn ondergang, omdat zijn team kennelijk geen reserveonderdelen meer had. Eerder was hij door het oog van de naald gekropen toen Kwjat, die door een probleem met de snelheidsbegrenzer een volle ronde had verloren, zich met een belachelijke actie in de Trulli-haarspeldbocht probeerde te unlappen.

Ook de Sauber-coureurs sneden zichzelf lelijk in de vingers. Ericsson was duidelijk sneller dan Nasr en het team sommeerde de Braziliaan plaats te maken. Nasr deed echter alsof hij Oost-Indisch doof was, waarna Ericsson de zaken in de Trulli-haarspeldbocht eigenhandig recht probeerde te zetten. Hij smeet zijn auto in een gat dat er niet was, waarna beide blauw-gele wagens in de kreukels lagen. Niet lang na de botsing gaven beide rijders er de brui aan.

Het is het laatste wapenfeit van de race. Aan kop zitten Luis en Ricciardo aan een touwtje. Af en toe pakt Luis een paar seconden voorsprong, waarna Ricciardo het gat weer dichtrijdt. De ultrazachte banden blijken het te houden en ook een late virtuele safetycar (vanwege een zak die het circuit op is geblazen) kan Luis niet van zijn stuk brengen. In de slotfase begint het te miezeren en juist dan loopt Luis bij zijn naaste belager weg. In de laatste ronde begint hij het groepje achter Alonso te dubbelen. Uiteindelijk krijgt hij alleen Science te pakken. Rosberg moet Alonso in de laatste ronde laten gaan. Hij is zelfs zo traag dat Hülkenberg hem in de sprint naar de finish nog de oren wast. De zesde plaats was een schrale troost voor de Duitser, die vanwege zijn puike vijfde startplaats graag eindelijk een keer op het podium had gestaan. Die eer was echter voor teamgenoot Pérez weggelegd.

De enige die op het podium niet erg uitgelaten was, was Ricciardo. De Australiër voelde zich voor de tweede keer op rij door zijn team in de steek gelaten. Wel nam Ricciardo de derde plek in het rijderskampioenschap over, terwijl Red Bull Ferrari tot op negen punten naderde in het constructeurskampioenschap. Met een lullige vierde plaats konden de steeds geagiteerder ogende Italianen absoluut niet tevreden zijn. Het team blijft maar kansen missen en is inmiddels al naar het derde plan verdrongen.

Maar de grootste verliezer was Rosberg, die er in de race totaal niet aan te pas kwam en zijn voorsprong op teamgenoot Luis zag teruglopen tot minder dan een Grand Prix-zege. Het jachtseizoen is hierbij geopend!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *