Terugblik 2012: Deel 17

Een nieuw begin
Het was pijnlijk, maar ergens ook heel heilzaam. Met het vertrek uit Amstelveen was een last van m’n schouders gevallen. In Bussum begon een nieuwe fase van mijn leven, een leven zonder Annemarije.

Na twee jaar semi-zelfstandig te hebben gewoond, was ik nu weer terug bij mijn ouders. Het was een beetje een ongemakkelijke situatie, want het was natuurlijk de bedoeling geweest dat ik steeds zelfstandiger zou komen te wonen. Door onvoorziene omstandigheden was dat niet gelukt.

Ondertussen werden de appartementen in Hilversum al bijna opgeleverd. Hoewel het appartementencomplex nog een grote, stoffige betonnen bunker was, zou dat niet lang meer duren. Mijn moeder was er snel bij, want die maandag na de verhuizing had ik al een intakegesprek. Hoewel er al veel inschrijvingen waren, was er nog wel plek. Een week later moest ik al aangeven in welk van de zestien huisjes ik wilde gaan wonen.

Zelf wilde ik graag op de bovenste etage wonen, maar mijn moeder vond dat geen goed idee. Als ik een kat zou hebben, zou de benedenverdieping veel geschikter zijn. Ook zou de benedenverdieping geschikter zijn voor als mijn oma op bezoek zou komen. Hoewel ik de argumenten niet heel sterk vond, besloot ik de bovenverdiepingen slechts als tweede en derde keus aan te vinken.

In ieder geval was het vast komen te staan dat ik binnenkort in Hilversum zou komen te wonen. Mijn verblijf bij m’n ouders zou dus maar tijdelijk zijn. Ik probeerde er maar het beste van te maken. Wat ik zelf erg prettig vond, was dat ik niet meer routinematig elke week het huis hoefde schoon te maken en voor een hele groep eten hoefde te maken. Verder zorgde de aanwezigheid van mijn ouders altijd voor wat roering.

Van vrienden kreeg ik, al dan niet uit medelijden, nog wat bezoek. Zo kwam Claudia nog langs om een taart te bakken. Het vertrek uit Amstelveen lag als een grauwsluier over de ontmoeting heen. Het opmerkelijkste wapenfeit van haar komst was dat ze onze overigens wel erg gammele afzuiginstallatie onklaar maakte.

Verder kwam Rolex geregeld langs. We liepen dan meestal ’s avonds de hei over, op weg naar mijn nieuwe woning, die steeds meer vorm kreeg. Ik was blij met de steun die ik kreeg. Steun die ik in Amstelveen nooit had gehad.

Wel kreeg ik nog een e-mail uit Amstelveen. Er werd in geschreven dat mijn plotselinge vertrek de andere bewoners flink geschokt had. Ook schreven ze dat ze het leuk zouden vinden om contact te houden. Ik waardeerde de vriendelijke woorden die in de mail stonden, maar ik besloot er niet op in te gaan. Ik vond niet dat ze het nog verdienden om contact met mij te houden na alles wat er gebeurd was.

De hele zomer lang had ik de ene vernedering na de andere geslikt in de hoop dat alles weer goed zou komen en dat bleek achteraf allemaal voor niets te zijn geweest. Geen moment hadden ze me echt getroost nadat ik de liefde van mijn leven was kwijtgeraakt. De enige manier waarop ik ze de pijn die ik in de maanden daarvoor had gevoeld een beetje kon laten voelen, was door ze te negeren.

Het hoofdstuk Amstelveen was voor mij echt gesloten en ik probeerde mijn leven in Amstelveen achter me te laten. Ik wilde verder. Aanvankelijk ging dat verbazingwekkend goed. Zonder Annemarije in de buurt moest ik meer mijn eigen dingen doen. Ik trok mezelf weer vaker terug achter de computer, om via de computer contact te houden met anderen. Veel contacten waren, met name in de laatste maanden dat ik in Amstelveen woonde, op een lager pitje komen te staan. Ik wilde graag weer meer contact.

Een positief aspect van mijn liefdesverdriet was dat ik dieper kon nadenken en scherper kon schrijven. Ik had het idee dat ik meer van de wereld snapte en aan de andere kant ook weer niet. Ik denk dat ik in die periode mijn beste artikelen ooit schreef. Ik hoopte daarmee waardering te oogsten. Ik hoopte daarmee mijn sociale leven weer een positieve impuls te geven. Het lukte maar in zeer beperkte mate. Het contact bleef doorgaans erg oppervlakkig. Geen enkel contact kon tippen aan het contact dat ik ooit met Annemarije had gehad.

De ophanden zijnde verhuizing gaf gelukkig nog wat afleiding om de moeilijke tijd door te komen. Hoewel ik in Amstelveen natuurlijk al een bed, een bureau en een kledingkast had, moest ik nu een heel huis vullen. Het betekende dat ik vaak met m’n ouders op stap was om spullen uit te zoeken, wat ik best leuk vond.

In ieder geval deed het me goed dat ik weer wat meer geleefd werd omdat het me hielp om Annemarije te vergeten. De spanningen die ik in Amstelveen had, waren nu gelukkig verleden tijd. Afgezien van het liefdesverdriet was mijn nieuwe leven bij m’n ouders zo slecht nog niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *