Toch weer Rutte

Een nek-aan-nek-race tussen diverse partijen werd beloofd voorafgaande aan de Tweede Kamer-verkiezingen. Die kwam er niet. Ondanks een verkiezingsnederlaag won Ruttes VVD met een straatlengte voorsprong op de PVV, het CDA en de D66.

De verkiezingscampagne van 2017 was nogal tam, om niet te zeggen saai. Wat opviel was de respectvolle manier waarop de lijsttrekkers elkaar bejegenden, maar heel veel opzienbarends gebeurde er verder niet, zodat de partijen er maar nauwelijks in slaagden om stemmen bij rivalen weg te trekken. Het enige opzienbarende was het verval van de PVV. Hoewel er werd gesuggereerd dat dat te maken had met de inauguratie van een schuimbekkende narcist aan de andere kant van de oceaan, was de raadselachtige campagnetactiek er ook debet aan. Geert Wilders’ campagne was er een van onzichtbaarheid, waardoor hij langzaam naar de achtergrond verdween. De onderste grafiek geeft dit goed weer:

Zetelverloop van de PVV in de peiling van Ipsos van augustus vorig jaar tot nu. Na zijn veroordeling in december (groen) stond Wilders op 29 zetels, maar daarna kwam de klad erin. Trump (blauw) zal hem wel wat zetels hebben gekost, maar de echte klap kwam in de campagne pas (rood).

Wilders’ afwezigheid in de debatten betekende ook dat er een streep door de van tevoren bedachte VVD-tactiek ging. Het doel was aanvankelijk om, net als bij de vorige verkiezingen, van een felle tweestrijd met de PVV te profiteren. Daar kwam dus mooi niks van terecht. Het maakte weinig uit. Teflon Mark Rutte sloeg zich vrolijk door de debatten heen en haalde hier en daar een potentiële PVV-stemmer over. Zijn grootste slag sloeg hij in het weekend voor de verkiezingen door de confrontatie met de lichtgeraakte Erdogan op te zoeken. Het volk ging direct achter zijn leider staan en dus nam de VVD bij het sluiten van de markt alsnog flink afstand van zijn rivalen.

Het was even schrikken, maar heel even leek het erop dat het CDA de tweede partij zou worden. Dat is gelukkig niet gebeurd. De weinig sympathieke Sybrand van Härsma Buma dook fanatiek in het gat op rechts in de hoop de PVV leeg te vreten. Dat leek aardig te lukken, maar met een uiterst zwak optreden in het slotdebat gooide Graaf Dracula zijn eigen glazen in. Toch was de stemming bij de partij die in het begin van de eeuw de lakens uitdeelde uitbundig: het enorme verlies van vier en een halve jaar geleden was weggepoetst.

Ook voor de D66 duurde de campagne net een paar dagen te lang. Op het eind was de scherpte er wel een beetje af bij Alexander konijntje-dat-in-de-koplampen-van-een-auto-staart Pechtold. Toch kon ook de enige rechts-progressieve partij van Nederland aan de taart, want voor de tweede verkiezing op rij boekten ze een dikke overwinning. Met negentien zetels lonkt regeringsdeelname.

Een ander succesverhaal was GroenLinks. Na een paar heel magere jaren had de partij in Yesse Klaver na Femke Halsema eindelijk weer een leider met charisma gevonden. Klavertjevier trok keer op keer volle zalen en dus was het niet verrassend dat zijn partij bijna verviervoudigde van vier naar veertien zetels.

Het gaat alleen nog maar om het uiterlijk zegt u? Als dat zo zou zijn, dan was de Piratenpartij waarschijnlijk op afstand de grootste partij geworden. De partij die voor privacy strijdt, kreeg echter maar 0,3 procent van de stemmen, wat natuurlijk bij lange na niet goed genoeg voor een zetel was. Voor het vertrouwen in de democratie was het daarentegen een zegen.

De flaporen van Emile Roemer van de SP waren toch nog goed voor veertien zetels. Na een moeizame campagne mochten de socialisten nog blij zijn dat ze maar één zetel hoefden in te leveren, maar ze zullen zich ook wel hebben afgevraagd waar het is misgegaan, want waar de PvdA gigantisch verloor, wisten zij er om de een of andere reden in het geheel niet van te profiteren.

Dat de PvdA zou verliezen, dat stond bij het sluiten van het regeerakkoord al vast, maar dat de afstraffing zo groot zou worden, had waarschijnlijk niemand verwacht. Vanwege de slechte peilingen ging de rode kater in het nauw rare sprongen maken en dat leidde tot een strijd om het lijsttrekkerschap tussen Diederik Samsom en Lodewijk mes-in-de-rug Asscher. Uiteindelijk won Asja en pakte Samsom teleurgesteld zijn biezen. In de campagne probeerde Asja oppositie te voeren tegen het beleid van zijn eigen partij. Het was een onmogelijke missie en dus kwam er van de gebruikelijke opleving voor de verkiezingen niks terecht. Met negen zetels leverde de PvdA het absurd hoge aantal van 29 zetels in.

Ook schadelijk voor de PvdA was de afsplitsing DENK. Dat brengt me meteen naar Jan Roos, die Tunahan Guzu terecht laf noemde omdat hij bij het slotdebat wegbleef. Maar dankzij de Turken (die ook vaak op de PVV stemden, de ironie) zit DENK straks met drie man in de Tweede Kamer en Jan Roos niet. Ook Art1kel 1 pieste ruim buiten de pot en dat was goed voor het vertrouwen in de democratie.

Beter verging het de Partij voor de Dieren. Onder leiding van Marianne Thieme ging de partij van twee naar vijf zetels. Een vergelijkbaar resultaat was er voor 50Plus, dat door een blunder van Henk Krol van het ene op het andere moment de helft van z’n aanhang zag verdwijnen. Bejaarden en slachtvee gaan dus nog altijd ongeveer gelijk op.

De christelijke partijen bleven redelijk constant. Onder de aimabele Gert-Jan Segers leek de ChristenUnie eindelijk een zeteltje extra te halen, maar dat zat er uiteindelijk toch niet in. De veel bekrompener SGP van Kees van der Staaij bleef op drie zetels staan.

Nieuw in de Kamer is Forum voor Democratie van Thierry Baudet. Hoewel de partij dacht tot wel tien zetels te kunnen scoren, moesten ze genoegen nemen met twee zetels, zoals de meeste peilingen al aangaven. Natuurlijk zitten er straks 300 bewindslieden in de Tweede Kamer als we de lijsttrekkers in verkiezingstijd moeten geloven, maar overdrijven is ook een vak. Kennelijk was alleen de eloquente advocaat Theo Hiddema voorbestemd om de partij naast Baudetraket in de Tweede Kamer te vertegenwoordigen.

Zo bleef, ondanks de hier en daar grote verschuivingen, alles een beetje bij het oude. De buitenlandse media zijn lovend over Rutte, omdat ze denken dat hij degene is die het populisme in Europa een halt heeft toegeroepen. Een beetje overtrokken allemaal, omdat de populist in kwestie zichzelf al op verschillende manieren buitenspel had gezet. De toekomst zal moeten uitwijzen of er echt sprake is van een trendbreuk, of dat het slechts een tijdelijke hapering was.

Wel zal het formatieproces met vier in plaats van twee partijen een stuk ingewikkelder worden. Dat hoeft niet per se negatief te zijn, maar gezien de ideologische tegenstellingen tussen de partijen zal het nog een hele klus worden. Zelf hoop ik dat een gematigd rechts-progressief kabinet met de VVD, het CDA, D66 en GroenLinks mogelijk is, eventueel met de ChristenUnie in plaats van GroenLinks. Andere opties lijken me zeer onwaarschijnlijk. Na vier jaar paars lijkt de kleur van het nieuwe kabinet, met al dat groen en blauw, cyaan te worden. Het zal in het begin een beetje wennen zijn, maar uiteindelijk is het toch weer een kabinet-Rutte.

3 gedachten aan “Toch weer Rutte”

  1. Ik ben voor een zakenkabinet, zoals Baudet dat gisteren uitlegde bij Jineckque.

    En FvD is ook wel een progressieve partij, maar eerst maar eens de immigratie en integratie vlottrekken lijkt me.

  2. Ik denk dat ze ook met CU wel een stabiel kabinet kunnen vormen, aangezien SGP doorgaans altijd de regering ondersteund. Met CU in de regering zullen er niet teveel voor de SGP controversiele punten worden doorgevoerd, en dus is hun steun denk ik voldoende voor een ruimere meerderheid dan wanneer je puur van de zetels van die vier regeringspartijen uitgaat.

    1. Tja, je kan inderdaad een kabinet krijgen waarbij alle christelijke partijen direct of indirect aan de touwtjes trekken. Ik weet niet of ik daar nou zo blij van word. We moeten vooruit, niet 50 jaar terug in de tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *