Veldwerk Brabant I

Werkweek
De afgelopen week was een zware week voor mij. Ik had namelijk veldwerk en daar zal ik nu verslag van proberen te doen. Het begon allemaal op de dag na Ewoods verjaardag.

Maandag 21-04
Op maandag begon de werkweek in Amstelveen. Met busjes werden we vervoerd naar de plek des onheils. Aan het stuur zaten wat begeleiders/ leerkrachten, maar ook van die hogerejaarsmeiden. Ik zat bij een van hen in zo’n busje en ik moet zeggen dat die gasten als beesten reden. BAF, drempeltje af en bijna zonder de koppeling te gebruiken werd er dan een dot gas gegeven. En dan heb ik het nog niet eens over die smalle landweggetjes waar ze doorheen crosten. Anderen hadden de mazzel dat ze in Amsterdam een fietsje hadden. Zij kwamen later hijgend en puffend aan.

We stonden toen op de dijk langs de Amstel. In Nederland hebben de rivieren de gekke gewoonte dat ze op de hoogste plaatsen in het land stromen. Het land naast de dijk lag ongeveer twee meter onder zeeniveau en dat werd onze eerste boring. Op een smalle strook langs een sloot mochten we onze eerste boringen verrichten. Dat wordt gedaan met een zgn. edelmanboor, een primitief ogend stuk metaal dat zich de grond ingraaft als je hem de juiste kant op draait. Verder zaten er verlengstukken bij, zodat je dieper de grond in kon gaan.
Na een tijdje bereik je echter het grondwater en kun je beter met de guts werken. Met deze guts (die door mijn groepsgenoten steevast op z’n Engels werd uitgesproken) kun je met een beetje goede wil tien meter diep komen, mits je voldoende koppel- en verlengstukken hebt.

Zelf hield ik me niet zozeer bezig met het boren. Ik moest beschrijven welk spul er naar boven werd gehaald. Dat kon zand zijn, maar ook silt of klei of (uiteraard) veen. Veen is meestal nog wel te herkennen, maar die andere zooi bijna niet. Is het nou klei of silt? Of is het siltige klei? Of zandige klei? Of kleiig zand? Na een tijdje word je gek. Het beschrijven duurde ook uren. Terwijl alle andere groepjes zich opmaakten voor de boring op het andere veld, waren wij nog steeds bezig. Tegen het einde van de middag togen wij naar de andere strook, om daar een ander groepje te assisteren bij een boring. Er werd veel prut en bagger omhoog gehaald en iedereen zat onder (behalve ik, want ik haat vies worden.)

Gelukkig kon ik toen lekker naar huis.

Dinsdag 22-04
Op dinsdag moesten we de bevindingen van maandag rapporteren. We moesten een of ander stom profiel tekenen en een of ander lulverhaal schrijven over de vorige dag. Ik moest dat samendoen met May, een oudere mevrouw (!). De twee knakkers die de boringen hadden verricht, Bruce en MadU (die ook wel Meeuwis werd genoemd) mochten over dezelfde shit een lulverhaal schrijven.
Ik zat dus met m’n Deense naam tussen drie Engelse namen. En dat terwijl ze alle drie (naar mijn weten) niet van Engelse afkomst zijn.

Maar ja, als je boringen boring vindt, dan zijn die beschrijvingen helemaal geestdodend. Hmm, nix voor Large dus.

Woensdag 23-04
Om half negen stond de bus bij de VU te wachten, op weg naar Culemborg. We hadden te horen gekregen dat we vooral niet te laat moesten komen. Ik was om zes uur opgestaan en omdat de tram of metro goed aansloot op de trein, was ik om half acht al aanwezig. Dus toen kon ik een uurtje wortel schieten.
Uiteindelijk vertrok de bus ook nog eens te laat, omdat er toch weer mensen waren die te laat kwamen. In de bus werd de meest afschuwelijke suffe herrie gedraaid die je je maar kunt voorstellen. Wat een wansmaak had die buschauffeur. Het is nog niet zo erg als dat gestamp wat je in disco’s hoort, maar wat er tegenwoordig op de radio te horen is, is vaak vlees noch vis. Echt muziek die alleen vegetariërs mooi vinden of zo.

Hoe dan ook, na een toch wel lange busrit naar Culemborg, waar de buschauffeur nog bijna een paar fietsers platreed om wat studiebollen van het station af te halen, kwamen we aan bij een boerderij. Op een van die enorme lappen grond gingen we met de hele groep een heleboel boringen verrichten, in de hoop iets te weten te komen over de interessante dingen die zich in het verleden hebben afgespeeld. Zo hadden sommige groepjes een hoop zand opgeboord, wat duidde op een riviergeul.
Op het laatst werden er nog wat boringen op een ander veld verricht. Na afloop gingen we weer terug in de bus, waar weer van die suffe herrie werd gedraaid.

Donderdag 24-04
Deze donderdag stond weer in het teken van de uitwerkingen. In de middag werden er wat proefjes gedemonstreerd, zoals hoe zand en löss (?) water opzogen (die proef mislukte een beetje), het bezinken van zand in een kolom en dat soort dingen. Verder konden we nog voelen hoe silt aanvoelt. Ditmaal moest May eerder weg, maar was ik niet lang daarna klaar en kon ik me opmaken voor vijf dagen Brabant.

Die avond kon ik thuis lekker m’n koffer inpakken. Tot zes uur ‘s ochtends kon ik in m’n bedje blijven liggen, toen begon voor mij de zware week…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *