Een aardverschuiving in politiek Nederland, zo kan de winst van Forum voor Democratie is bij de Provinciale Statenverkiezingen van afgelopen woensdag gekenschetst worden. De jonge partij van Thierry Baudet kwam meteen binnen op 13 zetels in de Eerste Kamer en kan binnenkort dus veel invloed op het kabinetsbeleid uitoefenen.
Echt verrassend was de verkiezingswinst van FvD niet. De peilingen wezen al langer op een goed resultaat en de aanslag in Utrecht zal voor veel kiezers het laatste zetje geweest zijn. De moordpartij van een geschifte Turk was voor hen de bevestiging van het failliet van de multiculturele samenleving. Sowieso heeft de crisis in het Midden-Oosten de anti-immigratiepartijen flink in de kaart gespeeld, maar waar de PVV daar aanvankelijk garen bij spon, is dat nu FvD.
Daarnaast wist FvD een hoop ontevreden kiezers aan zich te binden. Kiezers die zich niet gehoord voelden en een middelvinger wilden opsteken naar het huidige kabinet. En toch is het ook vreemd. De bankencrisis, waar Nederland overigens maar heel langzaam van hersteld is, is alweer meer dan een decennium geleden. Economisch gaat het al een hele tijd voor de wind en toch is er onder de bevolking nog heel veel onvrede.
Een reden voor die onvrede is dat een groot gedeelte van de bevolking er de afgelopen decennia niet op vooruit is gegaan. Alleen de allerrijksten zijn er de afgelopen jaren fors op vooruitgegaan, ten koste van Jan met de pet. De verliezers van de globalisering roeren zich nu. Dat was al in Amerika te zien, waar Trump zich het liefst van de rest van de wereld afzondert, terwijl de Britten Europa de rug toe willen keren. Ook in Oost-Europa hebben de begrippen solidariteit en samenwerken afgedaan.
De opkomst van Trump in Amerika en Baudet in Nederland laat tevens zien dat een nieuwe groep zich laat horen: de verongelijkte blanke man. Dat werd eigenlijk ook wel tijd ook, omdat het doorgeslagen feminisme, dat alleen als doel had om mannen en vrouwen tegen elkaar op te zetten, afgeremd moest worden. Helaas slaat de balans nu op een behoorlijk respectloze manier de andere kant door, waardoor de geslachten alleen nog maar verder tegen elkaar worden uitgespeeld.
Kennelijk heeft de mannelijke kiezer zowel in Amerika als Nederland behoefte aan een zelfverzekerde leider met een ego van hier tot Tokyo die met groot aplomb de meest absurde stellingen poneert. Om de een of andere reden worden seksistische uitspattingen als Trumps “grab ‘em by the pussy” ze door hun eigen aanhang niet of nauwelijks aangerekend. Zij smullen er juist van, terwijl dergelijke frasen door politieke tegenstanders als uiterst kwetsend en intimiderend worden ervaren.
Kiezers hebben al langer behoefte aan een sterke leider. Hele volksstammen scharen zich inmiddels achter een onkwetsbare bullebak; Rusland, Turkije, Hongarije en dus Amerika zijn ons in dat opzicht al voorgegaan. Macht erotiseert… alleen bij mannen. Om die reden doen vrouwelijke leiders het zelden goed.
Dat brengt mij bij de SP, waar Lilian Marijnissen iets meer dan een jaar partijleider is. In die betrekkelijk korte tijd heeft de dochter van Jan Marijnissen al twee verkiezingsnederlagen geleden: de gemeenteraadsverkiezingen vielen vorig jaar vies tegen en de verkiezingen van afgelopen week verliepen helemaal desastreus. De opkomst van FvD heeft daar zeker aan bijgedragen, maar je kunt je bijna niet aan de indruk onttrekken dat dit een gevalletje to snatch defeat from the jaws of victory is.
Dat zit zo: het Nederlandse politieke landschap wordt vaak op twee assen uitgetekend. Naast links-rechts (veel of weinig herverdeling, grote of kleine overheid) is er de tegenstelling progressief-conservatief (klimaat tegen immigratiepolitiek, internationaal of nationaal), wat tot vier kwadranten leidt. Dat ziet er ongeveer zo uit:
Aan de uiteinden van het spectrum vinden we de SP (links), VVD (rechts), GroenLinks en D66 (progressief) en PVV (conservatief). Traditioneel wordt links met progressief geassocieerd en rechts met conservatief. Inderdaad zijn linkse partijen door de bank genomen progressiever dan rechtse partijen. Volgens onderzoek vertegenwoordigen de kwadranten links-progressief en rechts-conservatief beide een kwart van de kiezers.
Het huidige kabinet vaart dankzij de rechtse VVD en de progressieve D66 een rechts-progressieve koers, dat is het zwaartepunt van de vier regeringspartijen. Interessant genoeg is het rechts-progressieve kwadrant met 10 procent van de kiezers veruit het minst populaire kwadrant, wat een verklaring voor de onvrede van veel kiezers zal zijn.
Het blijkt dat er heel veel kiezers in het links-conservatieve kwadrant zitten, een kwadrant dat de politieke partijen vooral (excuus voor de woordgrap) links laten liggen. Alleen de SP en de PVV schurken hier tegenaan (eventueel 50+ ook, maar die partij ken ik niet goed genoeg). De SP is voor een linkse partij niet echt progressief te noemen en als het om de gezondheidszorg gaat, is de conservatieve PVV behoorlijk links.
Dat veel kiezers economisch gezien links zijn, had Geert Wilders al snel door. Volgens kenners had de ex-VVD’er in zijn goede jaren nog succesvoller kunnen zijn als hij op het gebied van de islam en immigratie een iets gematigdere toon had aangeslagen. Door de stormachtige opkomst van FvD ziet het er niet naar uit dat die jaren nog terug zullen komen.
Interessant genoeg hebben zowel de SP als de PVV flink verloren aan FvD. Aan de ene kant is dat redelijk te begrijpen, omdat de partijen tamelijk populistisch zijn. Om met de woorden van Ad Melkert te spreken: “Ze vissen uit dezelfde vijver.” Aan de andere kant heeft FvD een duidelijk rechtse signatuur, wat het verlies van de SP in een kwaad daglicht zette.
De socialisten klaagden dat de zorg niet echt een thema in de verkiezingen was, maar dat stokpaardje is wat sleets geraakt. Klaarblijkelijk speelt de gezondheidszorg niet meer zo en moet de SP op zoek naar andere thema’s om zich nadrukkelijk op te profileren. Dat maar een fractie van het enorme electorale potentieel verzilverd werd, was een prestatie van formaat.
Linkse/progressieve partijen hebben sowieso vaak de neiging zichzelf op een domme manier in eigen voet te schieten. Een goed voorbeeld daarvan is het hele circus rond Stichting Urgenda. Nadat de Nederlandse politiek op het gebied van klimaat twintig jaar lang had liggen slapen, besloot de stichting de staat voor de rechter te slepen.
Door de twee verloren rechtszaken dreigt het kabinet in de problemen te komen als de klimaatdoelen niet gehaald worden, waardoor verduurzaming plotseling hoog op de politieke agenda kwam te staan. Dat viel niet goed bij de kiezer. De vaak slecht doordachte plannen waren koren op de molen van klimaatontkenner Baudet, die mooi in het gat kon duiken dat de VVD (noodgedwongen) open liet staan, waardoor hij veel kon groeien, terwijl de progressievere partijen elkaar vliegen af zaten te vangen.
Ook het eindeloze gezeur over Zwarte Piet is veel mensen tegen gaan staan, omdat het gejank van een hele kleine minderheid afkomstig was en het merendeel van de bevolking in sociaal-cultureel opzicht conservatief is. Desondanks gaven veel linkse partijen gehoor aan het geklaag, waarmee ze van een hoop kiezers van zich vervreemden. Daarnaast slaat een uitgesproken pro-immigratiestandpunt in een tijd waarin vluchtelingen massaal naar Europa komen niet zo aan. Altruïsme heeft afgedaan in de geïndividualiseerde samenleving.
Door de politieke blunders van links zitten we met een kabinet opgescheept dat eigenlijk niemand wil. De winst van FvD geeft aan dat het tijd voor verandering is, maar de vraag is of Jan met de pet er heel veel beter van wordt. Net als met Trump of de Brexit stemden uitgerekend degenen er weinig bij hadden te winnen voor, onder het mom van: slechter dan nu kan het niet meer worden. Best wel hilarisch als het niet zo tragisch was. Veel Nederlanders zouden baat hebben bij een grotere SP, maar ze hadden het zelf helaas niet zo door…