Waarom de Grand Prix van België als een nachtkaars uitging

Het was geen levendige race, de Grand Prix van België van gisteren, een race die vooral om de startcrash herinnerd zal worden. In de overige 43 ronden gebeurde er bar weinig, ondanks dat koplopers Vettel en Hamilton vrijwel de hele race bij elkaar in de buurt waren te vinden.

Terwijl Alonso, Hülkenberg en Leclerc uit hun verfomfaaide bolides stapten, greep Vettel Hamilton aan op Kemmel, het lange rechte stuk na de befaamde Eau Rouge. Op hetzelfde moment probeerden de Force India’s hem in te halen. Met z’n vieren naast elkaar stormden ze op Les Combes af. Het leverde mooie plaatjes op. Vettel had de beste lijn te pakken, zodat hij de koppositie afpakte van polesitter Hamilton, die op zijn beurt de Force India’s nog net voorbleef. Het was het moment van de wedstrijd, want enkele seconden later werd de race alsnog geneutraliseerd.

Hamiltons beste kans om de leiding te heroveren kwam bij de herstart, die Vettel verprutste doordat hij veel te veel wielspin had bij het accelereren. Het gevolg was dat Hamilton er bij het aanremmen van de (Busstop) chicane al bijna naast zat. Hij bleek te vroeg te hebben gepiekt, want doordat hij naast de ideale lijn zat, verremde hij zich en had hij een slechte exit, zodat hij Vettel niet meer te pakken kreeg.

Daarmee was de situatie omgekeerd aan die van vorig jaar, toen Hamilton de aanval van Vettel met succes wist af te slaan. Daar hielden de vergelijkingen met vorig jaar overigens ook meteen op, want zo spectaculair als toen was de race absoluut niet.

In de openingsfase van de race reden Vettel en Hamilton een moordend tempo. Ze reden direct hard weg bij de rest van het veld, dat aanvankelijk nog werd aangevoerd door de Force India’s. De roze bolides vielen echter gauw ten prooi aan Verstappen, die de koplopers op zijn beurt ook niet bij kon benen.

Aanvankelijk liep Vettel bij Hamilton weg, maar daarna stabiliseerde het gat zich op zo’n vier seconden. Vettel was vaak in de bochtige tweede sector sneller, terwijl Hamilton sneller was in de snelle laatste sector, precies omgekeerd aan de situatie in de kwalificatie. Inderdaad ging Hamilton in de race een stuk harder in de speedtrap dan in de kwalificatie, terwijl Vettel zelfs trager was. Had Mercedes voor de race de vleugelafstelling aangepast? Het maakte Hamiltons ondergang in de eerste ronde er alleen maar raadselachtiger op.

Hamiltons laatste kans op de zege kwam bij de pitstops. Hij probeerde met man en macht het gat naar Vettel dicht te rijden, maar hij kwam niet dichterbij dan drie seconden. Het was net niet genoeg. Vettel draaide na zijn stop net voor Verstappen en Hamilton het circuit weer op. Hamilton ging Verstappen meteen voorbij, maar kwam niet meer in de buurt van Vettel, dus schakelde hij in de slotfase over naar de ecostand. Vettel en Verstappen deden hetzelfde, zodat de race vooraan doodbloedde.

De onderstaande grafiek geeft de racevoortgang van de top 4 weer, met in de gestippelde lijnen de gemodelleerde racevoortgang. Te zien is hoe de top 3 het in de tweede helft van de race rustig aan begon te doen.

Racevoortgang. Op de horizontale as staan de ronden en op de verticale as de voorsprong op het gemiddelde racetempo van de winnaar (positief: voorsprong, negatief: achterstand).

In de slotfase reed nog maar één coureur met het mes tussen de tanden, namelijk Bottas. De Fin moest vanwege een motorwissel achteraan starten en zat bijna de hele race in het verkeer. Dat kwam ook omdat hij het in de openingsfase heel voorzichtig aandeed, waardoor hij lange tijd amper plaatsen goedmaakte. Het doel was ongetwijfeld om de superzachte banden heel lang in leven te houden, maar een inhaalrace zoals Hamilton de afgelopen maand vaak had, werd het geen moment.

In ieder geval reed Bottas zonder problemen bijna twee derde van de raceafstand op de zachtste compound, waarna hij op de iets minder zachte zachte band overstapte. Hij reed meteen de snelste raceronde, waarna hij de Force India’s te pakken kreeg en nog als vierde eindigde. Het maximale resultaat, maar sprankelend was het allerminst.

Bottas’ race toonde opnieuw aan hoe goed de teams in het in leven houden van de banden zijn geworden. Ten opzichte van vorig jaar zijn de compounds dit jaar ongeveer een stap zachter geworden, dus kwam de huidige allocatie van superzachtzachtmedium goed overeen met ultrazachtsuperzachtzacht van vorig jaar. Toch sleten de banden vorig jaar ruim twee keer zo hard als dit jaar, waarin de slijtage niet meer was dan 0,04-0,06 seconde per ronde². Het gevolg was dat iedereen maar één reguliere stop maakte. Doordat inhalen ook met DRS moeilijk was, leverde het een nogal statische race op.

Rondetabel van de race. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Desondanks finishte iedereen wel ongeveer waar hij hoorde. Volgens het model was Hamilton in de race iets sneller dan Vettel (+0,04). Daarbij heb ik de ronden waarin Hamilton het rustiger aandeed in de slotfase niet meegeteld. Vettel gooide er in de slotfase niet zo nadrukkelijk met de pet naar (hij reed vijf ronden voor het einde nog een tijd die binnen een tiende van zijn snelste rondetijd lag), dus heb ik bij hem meer ronden in de analyse meegenomen.

Verstappen was derde (+0,55) en Bottas (+1,09) vierde, al moet daarbij aangetekend worden dat zijn rondetijden een heel ander verloop kenden dan die van de overige coureurs. Ondanks het lage tempo dat hij in de openingsfase reed, was hij voor zijn stop maar nauwelijks sneller dan Verstappen, die een veel gelijkmatiger tempo reed, wat de vraag opriep of hij niet gewoon agressiever aan de race had moeten beginnen.

Zoals verwacht werd de middenmoot aangevoerd door Pérez (+1,70). Tussen hem en teamgenoot Ocon (+2,05) in zaten nog Ricciardo en Magnussen (+2,01). De Australiër reed met een beschadigde auto in de kluit in de middenmoot mee, maar wel met twee ronden achterstand. Magnussen was in de slotfase op dreef en reed het gat naar teamgenoot Grosjean (+2,19) helemaal dicht.

De staart wordt gevormd door Gasly (+2,53), die iets sneller was dan Ericsson (+2,74), zodat ze de laatste puntjes pakten. Sainz (+2,90) was niet bijster snel onderweg en reed als een van de weinig coureurs een stint op de hardste band, waardoor hij nog trager was. Sirotkin (+3,02) en Stroll (+3,06) ontliepen elkaar niks en finishten dus vlak achter elkaar, terwijl Hartley (+3,25) en Vandoorne (+3,35) welhaast een baksteen onder hun gaspedaal hadden liggen.

Dit levert de volgende rangschikking op:
1. Mercedes
2. Ferrari +0,0
3. Red Bull +0,5
4. Force India +1,7
5. Haas +2,0
6. Toro Rosso +2,5
7. Sauber +2,7
8. Renault +2,9
9. Williams +3,0
10. McLaren +3,3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *