10 wereldkampioenen die opeens van team veranderden

Wat kan Ricciardo volgend jaar bij Renault verwachten?

De kogel is door de kerk: Daniel Ricciardo verlaat Red Bull voor Renault. Na lange onderhandelingen heeft hij gekozen voor het Franse team dat nu nog motoren aan Red Bull levert. Heeft hij weinig vertrouwen in Honda? Of had hij geen zin meer om tweede viool naast Max Verstappen te spelen? Met Renault, dat momenteel een straatlengte achter Red Bull als vierde in het kampioenschap staat, hoopt hij eindelijk wereldkampioen te worden. Een slimme zet of een flater van jewelste? Hieronder de verhalen van tien wereldkampioenen die plotseling van team veranderden.

Ayrton Senna (van McLaren naar Williams; 1994)
Verwachting: ★ ★ ★ ★ ★
Resultaat: ☆ ☆ ☆ ☆ ☆

Het is nu misschien lastig voor te stellen, maar aan het eind van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 domineerde McLaren-Honda en in die tijd behaalde Senna zijn drie wereldtitels. In het begin van de jaren 90 veranderde dat. In 1991 had Williams al de snelste auto en haalde Senna de titel op zijn tandvlees binnen, maar in 1992 stond hij volkomen machteloos tegen Mansell, die met overmacht het kampioenschap won.

Senna wilde twee dingen: naar Williams en dat de elektronische snufjes die de Williams zo dominant maakten werden verboden. Die wensen werden in 1994 ingewilligd. Van tevoren twijfelde niemand eraan dat Senna de titel op zijn sloffen zou binnenhalen, maar zonder technologische snufjes was de Williams bijna onbestuurbaar en na twee uitvalbeurten zag de wereld er heel anders uit. In San Marino moest de omslag maar komen. Senna lag aan de leiding toen hij in de zevende ronde om onopgehelderde redenen rechtdoor schoot in de Tamburello. De rest is geschiedenis.

Michael Schumacher (van Benetton naar Ferrari; 1996)
Verwachting: ★ ★ ★ ☆ ☆
Resultaat: ★ ★ ★ ★ ☆

Toen Schumacher in 1995 zijn tweede wereldtitel op rij pakte, had hij wel zin in een nieuwe uitdaging, dus verkaste hij naar Ferrari. De Italiaanse renstal had al jaren geen prijzen meer gepakt en hoopte met Schumacher de weg naar boven weer te vinden.

Aanvankelijk lukte dat nog niet echt. De Ferrari was niet alleen traag, maar ook nog enorm onbetrouwbaar. Schumachers riante salaris werd dan ook spottend smartengeld genoemd. Toch won hij nog drie races in 1996. Het jaar erop was de auto beter en deed hij een gooi naar de titel, om in de laatste race zijn eigen glazen in te smijten. In 1998 gooide een klapband roet in het eten en in 1999 brak hij halverwege het seizoen zijn been. Pas in 2000 kwam dan eindelijk de titel, maar daarna ging het hard. Eind 2004 had hij zijn vijfde en laatste Ferrari-titel binnen, waarmee hij zijn totaal op zeven titels bracht.

Damon Hill (van Williams naar Arrows; 1997)
Verwachting: ★ ☆ ☆ ☆ ☆
Resultaat: ★ ★ ☆ ☆ ☆

Frank Williams had er in de jaren 90 een handje van om zijn pas gekroonde wereldkampioen uit zijn team te schoppen. Hill bleek uiteindelijk het laatste slachtoffer te zijn. Hij zocht zijn heil maar bij het door Tom Walkinshaw geleide team van Arrows, waar hij Jos Verstappens plek innam.

Hoe slecht de Arrows was, bleek al in het openingsweekend, waarin Hill zich slechts met een uiterste krachtsinspanning wist te kwalificeren. Een dag later haalde hij de startopstelling niet eens. Daarna ging het beter. Dankzij de slijtvaste Bridgestone-banden kon hij zich zo nu en dan in de kijker rijden. Omdat de Yamaha-motor nogal de neiging had te exploderen, bleven punten tot halverwege het seizoen buiten bereik. Maar toen kwam Hongarije. Op het kronkelige baantje kwam alles samen en leek Hill op weg naar een sensationele zege, toen hij in de slotfase een probleem kreeg en met een tweede plek genoegen moest nemen. Zijn seizoen was daarmee echter gered.

Jacques Villeneuve (van Williams naar BAR; 1999)
Verwachting: ★ ★ ★ ☆ ☆
Resultaat: ★ ☆ ☆ ☆ ☆

In 1997 was Villeneuve met een soort kruistocht bezig tegen de ingrijpende reglementsveranderingen die voor het jaar erna op stapel stonden. Dat was niet zonder reden, zo bleek. Zonder Adrian Newey speelde Williams slecht in op de reglementsveranderingen, dus kon Villeneuve zijn titel geen moment verdedigen. Twee podiumplaatsen en kampioen van de B-teams, daar moest hij het mee doen.

Dat was te min voor hem, dus sprong hij bij het nieuwe team van BAR aan boord. Het Brits-Amerikaanse team beweerde meteen al de eerste race vanaf poleposition te gaan winnen en overschatte zichzelf daarmee schromelijk, want als enige team scoorde BAR in 1999 geeneens punten. In 2000 ging het al een stuk beter, maar daarna stagneerde het team, terwijl Williams weer de weg naar boven had gevonden. Villeneuve maakte zich steeds onmogelijker bij zijn team en werd eind 2003 op straat geknikkerd.

Fernando Alonso (van Renault naar McLaren; 2007)
Verwachting: ★ ★ ★ ★ ★
Resultaat: ★ ★ ★ ☆ ☆

Eind 2005 glunderde Ron Dennis van oor tot oor dat hij Alonso voor 2007 had weten te strikken. De kersverse wereldkampioen prolongeerde in 2006 zijn titel en stond te popelen om bij het kapitaalkrachtigere McLaren aan de slag te gaan. Alle signalen om de derde titel te behalen stonden op groen.

Het seizoen begon goed voor Alonso, maar al gauw stal Lewis Hamilton de show. De debutant ging lange tijd aan de leiding in het WK en dat was tegen het zere been van Alonso. De twee vochten elkaar dusdanig de tent uit dat Räikkönen er uiteindelijk nog met de titel vandoor ging. Tot overmaat van ramp werd McLaren ook nog gediskwalificeerd vanwege de spygate, waarmee de ramp compleet was. Alonso verliet het team aan het eind van het seizoen met slaande deuren, waarna Hamilton in 2008 alsnog kampioen werd.

Kimi Räikkönen (van McLaren naar Ferrari; 2007)
Verwachting: ★ ★ ★ ★ ☆
Resultaat: ★ ★ ★ ☆ ☆

Heel 2006 stond in het teken van Michael Schumacher. Plakte hij er nog een jaartje aan vast, of ging hij met pensioen? Dat laatste was het geval en in Räikkönen dacht Ferrari de ideale opvolger te hebben.

Aanvankelijk stelde Räikkönen niet teleur, want hij won de Australische seizoensouverture. Daarna kwam de klad er een beetje in, maar door een sterke eindsprint en een falend McLaren won hij tegen alle verwachtingen in de titel. Het was echter niet de opmaat voor meer. In 2008 stal teamgenoot Massa de show, maar in tegenstelling tot Räikkönen verloor hij de titel op één WK-punt. Na Massa’s ongeluk in 2009 had Räikkönen nog een aantal sterke optredens, maar het was niet genoeg om zijn zitje te behouden. Hij kreeg een oprotpremie om plaats te maken voor Alonso.

Fernando Alonso (van Renault naar Ferrari; 2010)
Verwachting: ★ ★ ★ ★ ☆
Resultaat: ★ ★ ★ ☆ ☆

Na zijn breuk met McLaren ging Alonso in 2008 weer aan de slag bij Renault, dat na een zwak 2007 volkomen van slag was. Met een matige bolide wist hij nog wel twee races te winnen, waarbij de zege in Singapore geen zuivere koffie was. In 2009 was de auto nog trager en kwam hij helemaal niet meer in het stuk voor. Gelukkig kwam Ferrari hem toen uit zijn lijden verlossen.

Hoewel Alonso meteen de eerste race van 2010 won, zakte hij daarna wat weg. In de tweede seizoenshelft kwam hij echter sterk terug. Als koploper ging hij de laatste race in, maar faalde toen opzichtig, zodat Vettel tegen alle verwachtingen in nog kampioen werd. Ook in 2012 kwam Alonso nog akelig dicht bij de titel, maar daarna ging het van kwaad tot erger, dus verliet Alonso de Italiaanse renstal eind 2014 zonder titels.

Lewis Hamilton (van McLaren naar Mercedes; 2013)
Verwachting: ★ ★ ☆ ☆ ☆
Resultaat: ★ ★ ★ ★ ★

Toen Hamilton eind 2012 voor Mercedes tekende, na McLaren de hele zomer aan het lijntje te hebben gehouden, dacht iedereen dat hij niet goed snik was geworden. McLaren was immers al vanaf het eind van de jaren 90 succesvol, terwijl Mercedes zelfs met Schumacher amper een deuk in een pakje boter sloeg.

In 2013 is alles anders, zo blijkt al na de eerste race. Mercedes en McLaren lijken in de rangorde van plaats te hebben gewisseld. Waar McLaren in 2013 geen enkele podiumplaats scoort, rijgt Mercedes de podiumklasseringen aaneen. Het wordt nog beter als begin 2014 blijkt dat Mercedes verreweg de beste turbomotor heeft gebouwd. Hamilton pakt zowel in 2014, 2015 als 2017 de wereldtitel. Daarmee overtrof zijn stoutmoedige overstap alle verwachtingen.

Sebastian Vettel (van Red Bull naar Ferrari; 2015)
Verwachting: ★ ★ ★ ☆ ☆
Resultaat: ★ ★ ★ ★ ☆

Een tyfoon raast door de Formule 1-wereld als in 2014 tijdens de Grand Prix van Japan bekend wordt gemaakt dat Vettel naar Ferrari gaat. Was hij gevlucht voor Ricciardo? Had hij bewust onder zijn kunnen gepresteerd om bij de frisdrankfabrikant weg te kunnen? Of had hij geen fiducie meer in de Renault-motoren waar Red Bull mee opgescheept zat? Of was het een puur op emotie gebaseerde keuze? Veel logica leek er niet in te zitten, want Red Bull was al vanaf 2009 beter dan Ferrari.

De kritiek verstomt als Vettel al in zijn tweede race voor Ferrari winnend over de streep komt. Het hele seizoen is hij de luis in de pels van de Mercedes-coureurs. In 2016 verandert het. Ferrari zakt weg en tot overmaat van ramp wordt Red Bull sterker. Vettel wint dat jaar geen race. In 2017 vecht hij echter weer om de titel mee en daarmee is zijn overstap vooralsnog behoorlijk succesvol te noemen.

10 Fernando Alonso (van Ferrari naar McLaren; 2015)
Verwachting: ★ ★ ★ ☆ ☆
Resultaat: ★ ☆ ☆ ☆ ☆

In 2014 valt er in de trage Ferrari geen eer te behalen. Wel is duidelijk dat Alonso teamgenoot Räikkönen volledig in zijn zak heeft, dus proberen Alonso en Flavio Briatore het onderste uit de kan te krijgen in de onderhandelingen over een nieuw contract. Ze hebben echter buiten Vettel gerekend. Die stelt minder eisen en wordt prompt als nieuwe Ferrari-coureur gepresenteerd.

Alonso rest nog één optie en die is uitgerekend McLaren. Het McLaren dat na twee magere jaren afscheid neemt van hun Mercedes-motoren en aan een nieuw avontuur met Honda begint. Het is niet echt een solide basis voor succes, zo blijkt al snel. De Honda-motoren zijn stuitend langzaam en gaan ook nog om de haverklap stuk, dus rest McLaren slechts een negende plaats in het kampioenschap. In 2016 gaat het iets beter, maar in 2017 is McLaren weer terug bij af. Aan het eind van het seizoen besluit het Honda voor Renault in te ruilen, maar voor de prestaties maakt dat maar heel weinig uit.

Conclusie: het is verdomd moeilijk om het succes van een overstap goed in te schatten. Coureurs denken altijd dat het gras groener is bij de buren (en dat is soms ook zo, zoals Hamilton bewees), maar daar staan een heleboel mislukkingen tegenover (Villeneuve die naar BAR ging en Alonso die naar McLaren ging zijn afschrikwekkende voorbeelden). Door de bank genomen blijven de resultaten achter bij de verwachtingen. Voor Ricciardo valt te hopen dat dat niet over zijn twijfelachtige move gezegd gaat worden.

De overstap van Ricciardo van Red Bull naar Renault is een goede zet.

Ja
Nee
Created with Survey Maker

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *