Gisteren scoorde BSG een belangrijke overwinning tegen DSC. Voor mij was het glas halfvol, omdat ik als een van de weinige BSG’ers een dikke nul kreeg te slikken. Een nederlaag die ook nog eens totaal tegen het spelbeeld in ging.
Ik weet niet wat er deze week met mij aan de hand was. Mogelijk speelt het begin van de zomertijd mij parten, al kan ik me niet herinneren daar ooit zo’n jetlag van te hebben opgelopen. Door de weersomslag (van lente terug naar winter) in combinatie met een kilo haar die van m’n kop is geknipt, hebben de elementen meer vat gekregen op mijn hoofd, wat mogelijk een verklaring is voor het lamlendige gevoel dat ik nu heb. Maar misschien heb ik gewoon ergens een virusje opgelopen.
Dat het gisteren mijn dag niet was, dat had ik al snel door. Echt lekker had ik niet geslapen en echt helder in m’n hoofd was ik ook niet, maar dat ik bij binnenkomst in de speelzaal niet eens mijn gloednieuwe telefoon mijn wil op kon leggen, was wel een teken aan de wand. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling om me hier achter fysieke ongemakken te verschuilen, maar als je deze stelling alsnog weet te verkloten, dan is er wel echt iets mis met je:
24 zetten later stond het zo:
Als ik nog niet genoeg hoofdpijn voor de wedstrijd had, dan had ik dat wel na de wedstrijd. Direct na afloop moest ik nog even afkoelen, al heb ik uiteindelijk nog wel met mijn tegenstander geanalyseerd. In het restaurant, waar ik per ongeluk een gazpacho in plaats van een tomatensoep kreeg, werd de partij nogmaals gefileerd.
Zelf heb ik de partij nog eens door de computer gehaald (mijn tegenstander had de partij al eerder dan ik ingevoerd, waardoor de zettenreeks al in m’n livebook stond en ik de partij zonder mijn notatieformulier te hoeven raadplegen kon inkloppen. Handig!) en licht becommentarieerd, zodat nu duidelijk is waar ik mijn kansen allemaal heb gemist. Als je zelf niet scoort, dan ligt de bal vaak ineens bij jou in het doel. En zo geschiedde. Ter leering ende vermaeck de analyse van de partij: