Analyse van de Grand Prix van Abu Dhabi

Met een volstrekt overbodige race kwam er in Abu Dhabi een passend eind aan een lang, maar weinig enerverend Formule 1-seizoen. De optocht op het Yas Marina-circuit toonde opnieuw aan dat de ingrijpende reglements-wijzigingen hun doel volledig voorbij zijn geschoten.

De Grand Prix van Abu Dhabi stak races als Bahrein 2010, Australië 2015 of Rusland dit jaar nadrukkelijk naar de kroon als saaiste race ooit. Er gebeurde helemaal niks: het duel om de koppositie wilde niet ontbranden, gevechten op de baan waren bijna afwezig en tot overmaat van ramp waren de coureurs alleen maar brandstof aan het sparen. De race legde goed bloot wat er mis is met de Formule 1.

Hoofdschuldige van het snurkfestijn was het circuit. De enige memorabele race op het woestijncircuit was de editie van 2010, toen Alonso de titel verspeelde omdat hij Petrov met geen mogelijkheid voorbijkwam. Naar aanleiding van die race is besloten DRS in te voeren om het inhalen makkelijker te maken.

Het probleem is echter het circuit zelf. Net als alle andere Tilkedromes heeft het een heel lang recht stuk met een scherpe bocht aan het eind, wat bedoeld is om inhalen makkelijker te maken. Op sommige circuits is dat goed gelukt: de races in China en Bahrein draaien doorgaans op ware spektakelstukken uit. Ook die circuits bestaan voornamelijk uit (lange) rechte stukken, afgewisseld door krappe bochtjes. Het verschil zit ‘m in de bocht die aan het rechte stuk voorafgaat. In Bahrein is het een bocht van 90 graden in in China is het een lange doordraaier.

In Abu Dhabi is het echter een supertrage haarspeldbocht. Het idee erachter is dat de wagens dicht kunnen naderen omdat ze geen last hebben van de turbulente lucht die hun voorganger veroorzaakt, maar het blijkt in de praktijk niet te werken. Zodra de voorste wagen op het gas gaat, trekt hij een gat van vele wagenlengtes naar zijn achtervolger, een gat dat zelfs met DRS niet is dicht te rijden. Het aantal inhaalacties was dan ook op bijna op de vingers van een hand te tellen. Geen goed teken in een tijdperk waarin alle spektakel van inhaalacties moet komen.

Daarnaast klaagden de coureurs dat ze meer bezig waren brandstof te sparen dan te racen. Vooral Kimi Räikkönen stak zijn teleurstelling daarover niet onder stoelen of banken. Bij de introductie van de hybride turbomotoren in 2014 werd er een brandstoflimiet van 100 kilogram voor de hele race vastgesteld. In die tijd was dat een behoorlijk pittige regel. In de tussentijd zijn de motoren efficiënter geworden. De Mercedes-motor schijnt al een thermisch rendement van meer dan 50% te hebben en dat is echt indrukwekkend. Door het alsmaar oplopende rendement zou de brandstoflimiet dus steeds minder invloed moeten hebben.

Dat blijkt niet zo te zijn. Het extra rendement wordt vooral aangewend om extra pk’s uit het motorblok te persen. Doordat de wagens dit jaar breder zijn geworden, ondervinden ze meer luchtweerstand en verbruiken ze meer brandstof. Daarom is de brandstoflimiet verhoogd naar 105 kilogram, iets waar de Mercedes-aangedreven teams het vorig jaar begrijpelijkerwijs (vanuit hun perspectief) niet mee eens waren. In Abu Dhabi had het er alle schijn van dat de Ferrari’s meer brandstof moesten sparen dan de Mercedes, wat de spanning vooraan niet ten goede kwam. Ferrari beleefde zijn minst competitieve race sinds Italië. Het toonde eens te meer aan dat de Italianen er op motorisch gebied nog lang niet zijn.

Het weinig interessante brandstofsparen riep weer eens de vraag op of de Formule 1 niet beter af was met tankstops, vooral ook omdat de banden opnieuw niet voor spektakel zorgden. Dat is eigenlijk het hele seizoen al het geval geweest. De fans wilden voor dit seizoen dat de banden langer meekonden, zodat de coureurs de hele race konden blijven pushen. Pirelli heeft aan die oproep gehoor gegeven door kneiterharde banden te produceren, maar de geproduceerde banden waren echt het slechtste van twee werelden.

Door de harde banden vielen de rondetijden bijvoorbeeld tegen. Zo voorspelde Pirelli op basis van de wintertests dat de poletijd in Spanje onder de 1:17 zou zijn, terwijl het in werkelijkheid een 1:19,1 was, weliswaar bijna drie tellen sneller dan in 2016, maar dat jaar gingen de wagens ook bijna drie tellen sneller dan het jaar ervoor. En die verbetering kwam zonder ingrijpende reglementswijzigingen tot stand.

Daarnaast is het met de racestrategieën droevig gesteld. De meeste races draaiden op saaie eenstoppers uit, wat eveneens betekende dat de uitslag na de eerste bocht al voor een groot gedeelte vastlag. Alleen in Bahrein, Spanje, België en Amerika lag de bandenslijtage dusdanig hoog dat veel coureurs meerdere keren hun banden moesten laten verwisselen. Op Bahrein na vochten Hamilton en Vettel in al die races rechtstreeks om de koppositie. Dat is geen toeval.

Tot slot is er weinig gebleken dat de coureurs nu ook echt de hele race kunnen pushen. Vraag het Verstappen maar. Zit je te lang dicht achter je voorganger, dan gaan je banden er onherroepelijk aan. Het probleem lijkt verbonden te zijn aan Pirelli, want in het Bridgestone-tijdperk was er van deze onzin geen sprake. De Pirelli-banden zijn gewoon vreemd en al zeven jaar een bron van zorg. Niet voor niets werd Pirelli in het begin van de jaren 90 weggeconcurreerd door Goodyear, dat vervolgens door Bridgestone werd weggeconcurreerd.

Het erge is dat de banden van vorig jaar bijna perfect waren. In 2016 kregen de coureurs ineens de beschikking over drie verschillende compounds. De zachtste band was de kwalificatieband, maar was niet zo geschikt voor in de race. Dat leidde tot allerlei verschillende bandenstrategieën en interessante races. Helaas zijn die strategische mogelijkheden voor dit jaar verloren gegaan. De zachtste compounds zijn prima geschikt om lange afstanden in de race af te leggen, zodat het hardste compound het hele weekend in de verpakking blijft zitten. De eentonige strategieën komen het spektakel in ieder geval niet ten goede. Het is me dan ook een raadsel waren de Formule 1 constant het wiel probeert uit te vinden.

Ook in Abu Dhabi viel er op strategisch gebied weinig te genieten. Alleen Stroll vond het om de een of andere reden nodig om driemaal de pit te bezoeken, maar de overige coureurs hielden het gewoon bij één bandenwissel. Doordat de superzachte band behoorlijk wat trager was dan de ultrazachte band, werkte de undercut ook niet zo. Het betekende dat Verstappen de hele race in de kofferbak van Räikkönen zat. De rondetabel geeft de saaiheid van de race goed weer:

De rondetabel van de race.

Vooraan waren de Mercedes dominant. Hamilton was een fractie sneller dan Bottas (+0,06). Ricciardo was verrassend snel onderweg (+0,22) en was sneller dan Vettel (+0,44), die na zijn bandenwissel brandstof spaarde en daardoor de aansluiting met de Mercedes verloor. Achter hen was Verstappen (+0,71) inderdaad wat sneller dan Räikkönen (+0,78), maar dat was niet genoeg om zelfs maar in DRS-bereik te komen.

Best of the rest was Sainz (+1,20), die in de openingsfase veel tijd verloor, maar voor zijn noodlottige pitstop als de brandweer ging. Hülkenberg (+1,35) was sneller dan Pérez (+1,54), waardoor hij de Mexicaan ondanks een tijdstraf voor wist te blijven.

Alonso (+1,69) was verrassend genoeg sneller dan Ocon (+1,71). Doordat hij zich in de eerste ronde in de Fransman verslikte, kwam Massa (+2,04) hem voorbij. Via een undercut heroverde hij de plek weer, maar was Ocon gevlogen. Grosjean (+1,83) was in de race goed op dreef, maar kwam door zijn slechte kwalificatie tekort voor een puntje.

In de mongolenwaaier reden de coureurs die de rest van het veld totaal niet bij konden benen. Stroll (+2,60) eindigde door zijn bandengegoochel als laatste, al was hij wel de snelste van het spul. Wehrlein (+2,70) en Magnussen (+2,75) waren allebei sneller dan de locomotief van het treintje (Vandoorne, +2,79), die heel vroeg gestopt was om via de pitstops plekjes te winnen omdat het op de baan onmogelijk was.

Gasly (+2,87) verloor tijd door een spin in de openingsfase, maar was hoe dan ook langzaam onderweg. Ericsson (+2,98) was de achterste wagon van het treintje nadat Hartley (+3,06) hem bij de start voorbij was gegaan.

Daarmee was de rangorde van de teams in Abu Dhabi:
1. Mercedes
2. Red Bull +0,2
3. Ferrari +0,4
4. Renault +1,2
5. Force India +1,5
6. McLaren +1,7
7. Haas +1,8
8. Williams +2,0
9. Sauber +2,7
10. Toro Rosso +2,9

2 gedachten aan “Analyse van de Grand Prix van Abu Dhabi”

    1. Sommige coureurs lijken inderdaad altijd de saaie races te winnen. Bottas won naast Abu Dhabi de weinig enerverende Grand Prix van Oostenrijk en de optocht van Rusland. De titels van die verslagen zeggen genoeg, lijkt me.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *