Analyse van de Grand Prix van Japan

De Grand Prix van Japan was binnen een ronde van zijn spanning ontdaan toen Vettel op het rechte stuk van start/finish door drie man om de oren werd gereden. Door een defecte bougie kon de viervoudig wereldkampioen al heel snel zijn koffers pakken. Het betekende dat Verstappen de enige coureur was die het Hamilton lastig kon maken. Ditmaal won de WK-leider de confrontatie.

Na de Grand Prix van Maleisië had Vettel nog alle reden om de slotfase van het seizoen met vertrouwen tegemoet te zien. Goed, door een motorstoring in de kwalificatie was hij niet verder gekomen dan een vierde plaats in de race, maar zijn racetempo had Mercedes toch wel flink zenuwachtig gemaakt, niet in de laatste plaats omdat ook Red Bull sneller was.

In Japan stelde het Duits-Engelse team weer orde op zaken. Ze hadden de problemen in Maleisië tot in den treure geanalyseerd en goeddeels opgelost. De koelere omstandigheden in Japan speelden ze ook in de kaart. Inderdaad pakte Hamilton weer de pole. Bottas reed de tweede tijd, maar werd door een versnellingsbakwissel naar de derde startrij verbannen, achter de Red Bulls en Ocons Force India. Het betekende dat Vettel als tweede mocht starten.

In de race was het een stuk warmer dan eerder in het weekend, dus zal Vettel zich wel in zijn handen hebben gewreven. Als hij het niet bij de start voor elkaar kreeg, dan zou het misschien wel bij de pitstops moeten lukken. Suzuka is traditioneel een circuit dat zwaar voor de banden is. Vorig jaar was het het enige circuit waar de harde band de geschiktste band voor de race was. Vanwege de hoge temperaturen verwachtte Pirelli dan ook dat er meerdere bandenwissels werden gemaakt. Dat was niet zo’n gekke gedachte, ook omdat eerder dit jaar op Circuit de Catalunya, ook zo’n bandenverslinder, meerdere pitstops werden gemaakt.

De verwachtingen werden alleen niet ingelost. Slechts een enkeling moest aan het eind van de race nog een tweede stop maken, maar het gros van de coureurs had aan een genoeg. Voor Vettel maakte dat door zijn tweede motorstoring in twee races natuurlijk toch al niet meer uit. Zonder motorprobleem had hij Hamilton misschien bij de start kunnen pakken en had hij misschien zeven punten van zijn niet onaanzienlijke achterstand af kunnen knabbelen. In plaats daarvan verloor hij weer 25 punten. Net als Schumacher in 2006, toen hij door een opgeblazen motor de titel feitelijk verspeelde, hield hij zich groot door alle monteurs te bedanken, maar hij wist ook dat de titelstrijd een gelopen koers was geworden.

Vettels enige hoop was dat de Red Bulls Hamilton nog zouden kunnen bedreigen. Aanvankelijk leek het daar niet op. Anders dan in Maleisië reed Hamilton in de openingsfase van de race langzaam weg bij Verstappen, terwijl Ricciardo nog een tijd klem zat achter Ocon. Tegen de tijd dat hij de Force India eindelijk voorbij was, had hij een behoorlijke achterstand opgelopen.

De dark horse in de race was Bottas, die op de hardere band gestart was. Door de geringe bandenslijtage verloor hij een groot strategisch voordeel, namelijk dat hij de mogelijkheid had om eventueel een pitstop uit te sparen. Wel kon hij langer doorrijden dan de koplopers, waardoor hij zich even in het gevecht om de koppositie mengde.

Aanvankelijk reed hij Hamilton in de weg, maar na wat gezeur over de boordradio ging hij als een achterligger aan de kant, om vervolgens Verstappen een tijdje op te houden. Het betekende dat Hamilton weer een gaatje kon slaan, maar na Bottas’ stop, hengelde Verstappen de Mercedes weer langzaam binnen.

Voor brandstoflast gecorrigeerde rondetijden Hamilton (zwart), Verstappen (lichtpaars) en Ricciardo (donkerpaars) gedurende de race.

In de eerste stint (op de superzachte band) was Hamilton iets sneller dan Verstappen, vooral in het begin van de stint. In de tweede stint (op de zachte band) was Verstappen vaak sneller. Daarmee was de situatie precies omgekeerd aan vorige week, toen Verstappen op de superzachte band superieur was. Goed te zien is zijn enorm snelle out-lap, waardoor hij het gat naar Hamilton halveerde. Hamilton werd daarna opgehouden door Bottas, die vervolgens Verstappen ophield. Tot aan ongeveer de veertigste ronde was Verstappen fractioneel sneller. In de slotfase is de rol van het verkeer goed te zien. Verstappen won veel tijd in ronde 51, toen Hamilton als eerste werd opgehouden door het vechtende duo Massa en Alonso, maar verloor dat voordeel weer in de slotronde. Hij tilde daar niet zo zwaar aan.

Ricciardo moest op zijn beurt Bottas van zich af zien te houden. Op de superzachte band was hij wat trager dan Verstappen, al perste hij er aan het eind van de stint nog een paar goede rondetijden uit. Op de zachte band was hij aanvankelijk sneller dan Verstappen, al liepen zijn rondetijden ook weer harder op. Desondanks had hij weinig moeite om Bottas achter zich te houden, zodat de volgorde aan kop onveranderd bleef.

Rondetabel van de race.

Sowieso gebeurde er aan het eind van de race weinig. Een belangrijke reden was dat Hülkenbergs DRS kort na zijn stop open bleef staan. Het was funest voor de balans van de auto, dus gaf de Duitser maar op. Hülkenbergs pech was overigens niet uniek: jaren geleden had Alonso eenzelfde euvel, terwijl Schumacher vanwege een falend DRS eveneens uit moest stappen. Wel betekende het merkwaardige euvel dat er mogelijk een fraaie inhaalrace in de kiem gesmoord werd: Hülkenberg had in de slotfase de ploeterende Massa, Magnussen en Grosjean voor het opvegen. Daarmee was zijn omgekeerde strategie in theorie goed voor een achtste plaats in de race.

Slechts in de achterhoede probeerde een aantal coureurs een 2-stopper uit, wat zowel in theorie als in de praktijk de verkeerde strategie bleek. Het tactisch nooit bij de les zijnde McLaren haalde Vandoorne tijdens een virtuele safetycarfase naar de pits, waardoor hij precies achter Stroll, die na een schuiver eveneens een pitstop had ingelast, op de baan kwam. Hij kwam hem ook niet meer voorbij. Stroll moest later nog wel een tweede stop maken en kreeg in de slotfase alsnog een klapband. Gasly verremde zich hevig op het moment dat hij door Hülkenberg voorbij werd gereden, waarna hij ook maar een extra stop maakte omdat hij toch weinig meer te verliezen had. Hij kon in de slotfase echter maar weinig terrein terugwinnen.

Wehrleins strategie wekte bij de andere teams vooral hoongelach op. Het doel was om tijdens de safetycarfase welgeteld één ronde op de kennelijk ongewenste superzachte band te rijden. Om de een of andere reden wisselde de Duitser pas in de tweede ronde achter de safetycar zijn banden, waarna hij in tijdnood kwam en zijn banden moest laten verwisselen op het moment dat de race weer werd vrijgegeven.

Door de verschillende strategieën gaven de snelste raceronden een vertekenend beeld. Zo reed Vandoorne de vierde snelste raceronde, wat deed suggereren dat McLaren weer terug is. Dat zijn ze niet. In de analyse van de rondetijden, waarin ik de ronden tijdens de safetycarfases, in verkeer en uitzonderlijk trage ronden buiten beschouwing laat, heb ik de ultieme ronde per coureur geschat. Dit is het gemiddelde tempo dat een coureur kan rijden in optimale omstandigheden (op de zachtste band zonder bandenslijtage en zonder brandstoflast).

De snelste raceronde wordt doorgaans aan het eind van de race neergezet, als de brandstoftanks bijna leeg zijn. Wel zijn de banden dan behoorlijk versleten, waardoor echte toptijden uitblijven. Langzamere coureurs kunnen, door aan het eind van de race nieuwe banden te halen, een gooi doen naar de snelste raceronde. Ditmaal zette Bottas de snelste raceronde neer, voor Räikkönen. De Finnen hadden met elkaar gemeen dat ze aan het eind van de race op de superzachte band reden, waardoor ze in de slotfase wat sneller waren. Hamilton zette daarentegen slechts de zesde snelste rondetijd neer, hoewel hij volgens de analyse (nipt) de snelste man op de baan was:

Rijder Ultieme ronde Snelste ronde Rang
Hamilton 1:31.818 1:33.780 6 1.962
Verstappen 1:31.825 0.007 1:33.730 5 1.905
Ricciardo 1:32.083 0.265 1:33.694 3 1.611
Bottas 1:32.125 0.307 1:33.144 1 1.019
Räikkönen 1:32.388 0.570 1:33.175 2 0.787
Hülkenberg 1:33.059 1.241 1:35.883 15 2.824
Ocon 1:33.227 1.409 1:34.843 11 1.616
Pérez 1:33.279 1.461 1:34.744 10 1.465
Alonso 1:33.474 1.656 1:35.111 12 1.637
Grosjean 1:33.511 1.693 1:35.347 14 1.836
Magnussen 1:33.535 1.717 1:35.338 13 1.803
Palmer 1:33.565 1.747 1:34.095 7 0.530
Gasly 1:33.603 1.785 1:34.533 8 0.930
Stroll 1:33.678 1.860 1:34.548 9 0.870
Vandoorne 1:33.744 1.926 1:33.724 4 -0.020
Massa 1:33.899 2.081 1:35.943 16 2.044
Ericsson 1:34.691 2.873 1:38.596 18 3.905
Wehrlein 1:34.906 3.088 1:36.430 17 1.524

Best of the rest was volgens de analyse Hülkenberg, die zijn potentieel niet in snelle rondetijden kon uitdrukken omdat hij geen representatieve tijden op nieuwe banden had neergezet. Om dezelfde reden was het Force India-duo niet heel snel. Alonso’s racepace was behoorlijk goed, wat doet vermoeden dat hij de nodige punten had kunnen pakken als hij niet vanaf de laatste plek hoefde te starten. De Hazen waren de hele race bij elkaar in de buurt te vinden en waren dan ook praktisch even snel.

Palmer was in zijn laatste race een halve seconde per ronde trager dan Hülkenberg. Gasly en Stroll waren niet bijster snel onderweg, al reden ze door hun afwijkende strategie nog wel de achtste en negende snelste raceronde. Vandoorne reed in de race een superronde, maar was verder niet bijster snel onderweg. Massa’s zestiende snelste raceronde deed al vermoeden dat het met zijn racepace droevig gesteld was. Dat blijkt inderdaad te kloppen. De Saubers kwamen een seconde tekort op de staart van het middenveld. Gebaseerd op de paar rondjes voor zijn crash was Ericsson de snellere van de twee.

Daarmee was de rangorde van de teams in Japan als volgt:
1. Mercedes
2. Red Bull +0,0
3. Ferrari +0,6
4. Renault +1,2
5. Force India +1,4
6. McLaren +1,7
7. Haas +1,7
8. Toro Rosso +1,8
9. Williams +1,9
10. Sauber +2,9

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *