De Grand Prix van Spanje werd niet zozeer op de baan als in de pits beslist. Hoewel Hamilton Vettel eigenhandig verschalkte, had hij de zege vooral aan zijn team te danken.
Voor de race baarden de banden de teams zorgen. Van de drie meegebrachte compounds waren de zachte banden veruit het snelst. Zelfs de mediums waren veel en veel trager, zo bleek tijdens de vrije trainingen. De harde banden waren zo traag dat niemand ook maar overwogen heeft om die banden te gebruiken. Daarmee was de situatie ongeveer zoals zes jaar eerder op hetzelfde circuit. Destijds waren de harde banden twee seconden per ronde trager dan de zachte banden en wilde iedereen zo lang mogelijk op de zachte banden blijven rijden. In de praktijk kwam daar overigens weinig van terecht omdat de teams de verleiding niet konden weerstaan hun setjes zachte banden er rap doorheen te jagen om zo via de undercut plaatsen te winnen. Hetzelfde dilemma hadden de teams nu.
In de race had vooral de koploper last van dat dilemma. Het leek er zelfs op dat het voordeliger was om te jagen dan om opgejaagd te worden. Zo wist Hamilton Vettel in het begin van de race prima bij te houden en dat maakte de strategen bij Ferrari nerveus. Immers: naarmate de banden sleten, werd de dreiging van de undercut steeds groter. Ferrari besloot Vettel daarom al in de veertiende ronde naar de pits te halen.
Er leek zich een soort Melbourne-scenario te ontvouwen toen Vettel achter Ricciardo op de baan kwam, maar hij was de Australiër al gauw weer voorbij, waarna hij op Bottas stuitte. De Mercedes-coureur was de aanstichter van het ongeval in de eerste bocht, waar Verstappen en, belangrijker voor de race, Räikkönen de dupe van werden. Het betekende dat Mercedes een numerieke meerderheid had en dat voordeel werd nogal schaamteloos uitgebuit. Rondenlang hield Bottas Vettel op, zodat Hamilton, die later was gestopt, niet al te ver achteropraakte.
Mercedes buitte het informatievoordeel door Vettels vroege stop eveneens uit door Hamilton op een setje mediums de baan op te sturen. Het idee was natuurlijk dat hij in de slotfase weer op zacht kon rijden, terwijl Vettel dan noodgedwongen op de mediums moest overstappen. Vettel had echter nog een buffer van acht seconden op Hamilton. Door een flater van het team raakte hij die marge ook nog kwijt.
Ferrari besloot namelijk om tijdens de virtuele safetycarfase af te wachten wat Mercedes zou doen, in plaats van dat ze de Duitser, die nog een stop moest maken, onder geel naar de pits haalden. Mercedes speelde het tactische spel heel doortrapt door Hamilton precies naar de pits te halen op het moment dat de race weer werd vrijgegeven. Hoewel Hamilton daardoor niet volledig van de neutralisatie profiteerde, deed Ferrari dat helemaal niet. Vettel stopte een ronde later en verloor zijn voorsprong volledig.
In het restant van de race moest Hamilton alleen nog maar langs Vettel zien te komen. Dat was nog niet zo makkelijk, ondanks dat Hamilton op dat moment ongeveer een seconde per ronde sneller kon. Pas toen Vettel geen DRS-hulp meer van de achterblijvers kreeg, lukte het Hamilton om de klus te klaren. Veel racepuristen klaagden dat de DRS-zone te lang was, maar de inhaalmanoeuvre kwam mede tot stand doordat Hamilton Vettel zo goed door de laatste bocht kon volgen.
Daarna was het slechts een kwestie van de race uitrijden. Vettels enige hoop was dat zijn mediums een langere levensduur hadden dan Hamiltons zachte banden, maar dat zat er niet in. Hamilton pushte niet onnodig hard en hield zijn banden gewoon in leven. Inderdaad had hij in de slotfase nog wel wat harder gekund volgens de geprojecteerde lijn:
Door zijn te vroege stop verloor Vettel een seconde achter Ricciardo en acht seconden achter Bottas. Daarna verloor hij nog zes seconden door niet tijdens de virtuele safetycarfase te stoppen. Bij elkaar opgeteld raakte Vettel dus vijftien dure seconden kwijt door zijn team. Zonder die miskleunen had hij ongetwijfeld gewonnen. Desondanks weigerde hij zijn team af te vallen.
De prijs voor de beste strategie ging echter niet naar Hamilton of Mercedes, maar naar Wehrlein en Sauber. Door stug door te blijven rijden werkte de Duitser zich op tot een zevende plek op de baan en een achtste plek in de officiële klassering vanwege een tijdstraf. Hoewel hij de Force India’s moest laten gaan, wist hij eerst Hülkenberg en daarna (na een slechte stop) Sainz achter zich te houden. Een knappe prestatie!
Het riep overigens ook de vraag op waarom de andere coureurs niet wat langer op hun bandjes door bleven rijden. Hoewel de 2-stopstrategie in theorie de snelste tactiek was, was een 1-stopper maar zo’n vier seconden trager. Omdat inhalen moeilijk zo was, leek een 1-stopper achteraf gezien de juiste strategie.
Het grootste slachtoffer van een falende strategie was overigens Alonso, die weinig lol had van zijn sublieme zevende startplaats. Bij de start verloor hij al een hoop plekken door een duw van Massa en daarna zat hij klem achter de Hazen. Hij hoopte wat plekken te winnen met een vroege stop, maar toen die strategie (misschien tot zijn verbazing) werd gekopieerd, was hij nog niks opgeschoten. Tot overmaat van ramp kwam hij daarna vast te zitten achter Kwjat, die in de eerste ronde al zijn mediums voor zachte banden had ingewisseld, zodat hij nog een stop nodig had om uit het verkeer te komen. Daarna kwam de virtuele safetycar op de baan en kregen al zijn rivalen een bandenwissel cadeau, waarna zijn race wel over was. Alleen in de slotfase kon de tweevoudig wereldkampioen nog wat lol maken door de Williams’ te kloppen en de op drie na snelste rondetijd te rijden. Het bracht hem nog naar een twaalfde plek, maar met een geduldigere strategie was een zesde of zevende plek mogelijk geweest, omdat hij in het begin van de race nog voor Wehrlein reed. Toch twee stops te veel gemaakt. Je zou verwachten dat McLaren na ruim zes jaar ervaring met de Pirelli-banden zulke fouten niet meer zou maken.
Er waren nog meer afwijkende strategieën. Zo dumpte Kwjat zijn mediums al in de eerste ronde, zodat hij de rest van de race op de snellere zachte band kon rijden. Hij spaarde daarna knap een stop uit en versloeg eigenhandig de twee Hazen, zodat hij nog negende werd. Palmer hanteerde dezelfde strategie, maar was zo traag dat hij er totaal geen profijt van had.
Dan nog de intrinsieke snelheid van de coureurs, gebaseerd op de rondetijden waarin ze vrij baan hadden, en gecorrigeerd voor brandstoflast en bandenslijtage.
Het effect van brandstoflast was ongeveer 0,06 seconden per ronde. De zachte banden sleten met ongeveer 0,08 seconden per ronde en de mediums met een kleine 0,06 seconden per ronde. De zachte banden waren gemiddeld wel 0,75 seconden per ronde sneller, maar dat verschilde per coureur.
Vettel was de snelste coureur op zacht. Op de mediums was hij een seconde trager. Hamilton moest op beide compounds een tiende op Vettel toegeven. Bottas was nogal traag op zacht (+0,7) en redelijk op medium (+1,3). Ricciardo moest 1,3 seconden toegeven op zacht en 1,7 op medium. In de spannende middenmoot zaten de teams dichter bij elkaar. Pérez was inderdaad het snelst met +1,9 op geel en +2,9 op wit. Ocon was net zo snel op wit, maar iets trager op geel (+2,1). Massa was in de race iets trager dan de Force India’s met eveneens +1,9 op zacht en +3,4 op medium , en had dus minstens zesde kunnen worden.
Hülkenberg voerde in feite de staart aan. Hij moest zowel op zacht (+2,5) als op medium (+3,4) flink wat op de Force India’s toegeven. Wehrlein was met +2,3 op zacht en +3,5 op medium iets sneller en Sainz met +2,3 op zacht en +3,2 op medium al helemaal. Kwjat reed alleen op zacht (+2,5) en leek daardoor in de race sneller dan hij eigenlijk was. Ericsson was maar nauwelijks trager dan Wehrlein, met +2,7 op zacht en +3,4 op medium. Daarmee was hij sneller dan de Hazen, die wel dicht bij elkaar in de buurt zaten. Grosjean was iets sneller op zacht (+2,4) en Magnussen was iets sneller op de mediums (+3,7).
Alonso zat veel in het verkeer. Op zacht is zijn tempo daardoor heel onnauwkeurig geschat (+3,8). Op de mediums had hij langer vrij baan, maar was zijn tempo desondanks niet heel hoog (+3,4). Vandoorne was sneller op zacht (+3,3), maar trager op medium (+3,8). Palmer reed alleen op zacht en was niet bijster snel (+3,1), terwijl Stroll door het ijs zakte met +3,2 op zacht en een schokkende +4,4 op medium.
Zonder onderscheid tussen de compounds is de rangorde als volgt:
1. Vettel
2. Hamilton +0,1
3. Bottas +0,7
4. Ricciardo +1,2
5. Pérez +1,9
6. Ocon +2,0
7. Massa +2,2
8. Sainz +2,3
9. Wehrlein +2,4
10. Hülkenberg +2,5
11. Kwjat +2,5
12. Ericsson +2,5
13. Magnussen +2,6
14. Grosjean +2,6
15. Alonso +2,9
16. Palmer +3,1
17. Vandoorne +3,2
18. Stroll +3,3
En bij de teams:
1. Ferrari
2. Mercedes +0,1
3. Red Bull +1,2
4. Force India +1,9
5. Williams +2,2
6. Toro Rosso +2,3
7. Sauber +2,4
8. Renault +2,5
9. Haas +2,6
10. McLaren +2,9
Ik denk dat RBR wel wat sneller kan. De motor werd iets geknepen als ze maar voor Perez bleven was het voldoende. Ik denk dat Max beter had kunnen volgen.
Ricciardo hoefde inderdaad niet veel meer te doen dan te blijven rijden om een podiumplek te bemachtigen, dus deed hij het maar rustig aan. Heel saai, maar wel verstandig. In Monaco zullen we wel gaan zien hoe snel Red Bull echt is.