Afgelopen donderdag was voorlopig de laatste keer dat ik in Den Haag te vinden was. Naar aanleiding van alle coronapaniek werd besloten dat het misschien maar beter was dat iedereen zo veel mogelijk thuisbleef (nadat eerder alle Brabanders vriendelijk doch dringend waren verzocht thuis te blijven).
De gebeurtenissen volgden elkaar die dag razendsnel op. Terwijl een collega zijn lol niet op kon doordat de rode cijfers van de AEX steeds roder werden, het kabinet (eindelijk) verregaande maatregelen aankondigde om de coronapandemie in te dammen, sportevenementen als de Grand Prix van Australië en de zevende ronde van de landelijke schaakcompetitie te elfder ure afgeblazen werden, hadden we ook nog een disco met slechte muziek op onze afdeling. Even voor zessen trok ik de klapdeuren achter me dicht, niet wetend wanneer ik mijn collega’s weer zou zien.
De dolle coronadonderdag werd gevolgd door vrijdag de dertiende en π-dag. Ter ere van π-dag had ik het idee opgevat om een taart te bakken. Eenmaal in de lokale grootgrutter aangekomen werd mijn vrees bewaarheid: alle schappen waren leeg of slecht gevuld. Kennelijk waren mensen inderdaad in paniek wezen hamsteren en kennelijk viel daar niet tegenop te produceren. Of wilden de supermarkten het hamsteren juist ontmoedigen door de schappen niet meer aan te vullen? Een meneer met een allochtoons uiterlijk had in ieder geval geen goed woord over voor de situatie.
Vooral de kant-en-klaarrommel was bijna volledig uitverkocht, net als het brood. Ook was er in het hele pand geen ei meer te verkrijgen, wat best lastig is, omdat praktisch elk taartrecept het gebruik van een of meerdere eieren voorschrijft. De enige uitzondering waren de scones, een soort gebakken krentenbollen waar ze aan de andere kant van de Noordzee dol op zijn. Ze zijn het alleen niet zo eens over de uitspraak. De Britten zeggen meestal “skanz”, de Ieren en Amerikanen “skoonz”. Anyway, op het pak stond dat ik alleen water hoefde toe te voegen, en dat had ik wel, dus zette ik de π-dag luister bij door broodjes in plaats van taartjes te bakken. Dat viel overigens niet mee, want dat deeg is plakkerig! Dit heb ik er uiteindelijk van gebakken:
Negen zoete broodjes, waarvan ik de helft bij de lunch soldaat heb gemaakt. De rest bewaar ik voor morgen, opnieuw een dag waarop ik het contact met de buitenwereld zo veel mogelijk probeer te vermijden.