Wat gebeurt er als de ene speler alleen maar op remise uit is, terwijl de ander er alles aan doet om te verliezen? Dan krijg je ongeveer een partij zoals ik gisteren had tegen Olav Schoonenberg. Ondanks alle pogingen om mezelf op te knopen lukte zelfs dat niet.
BSG had natuurlijk maar weinig aan de remise die ik aan het kopbord scoorde tegen iemand van wie ik bijna 14 jaar geleden nog had gewonnen. Het hele team leek in de wedstrijd namelijk tegen een onzichtbare muur op te lopen, waardoor alle veelbelovende stellingen in remise verzandden. Net als in de vorige wedstrijd ging het gezegde op dat als je niet kunt winnen, je moet zorgen dat je niet verliest. Dat lukte net niet en dus verloren we weer met een miniem verschil, hoewel het scoreverloop dit keer heel wat minder dramatisch was.
Minder prettig was dat we opnieuw van een redelijk gelijkwaardig team verloren. Doordat de overige uitslagen niet in ons voordeel uitvielen, zal het nog een hels karwei worden om degradatie af te wenden. Een gebrek aan speelsterkte speelt ons in dit post-coronajaar zeker parten, maar aangezien de concurrentie ook niet megasterk is, mag dat niet als een excuus gebruikt worden. Het grootste probleem is dat niemand er echt boven uitsteekt. Op dit moment heeft FM Henk de hoogste TPR met 2253, wat nog lager is dan de rating van onze sterkste speler (Ton, met momenteel 2271). Kortom, het is middelmaat troef.
Een ander probleem zijn de uitwedstrijden, waarin we niet goed voor de dag komen. Gisteren kwamen we voor het eerst in de buurt van een gelijkspel, nadat eerst het tweede team van Paul Keres ons terug de schoolbankjes in stuurde, en vervolgens Vianen veel te sterk was. Alle onze 4 matchpunten zijn dus in ons eigen Denksportcentrum behaald.
Zelf draag ik flink bij aan deze vreemde statistiek met een bedenkelijke score van 1 uit 3 in uitwedstrijden, waarbij ik al die keren ook nog wit had. Het hadden zelfs drie nullen kunnen zijn. Deels komt het ook omdat ik eens moet leren om in bedenkelijke stellingen genereuze remiseaanboden te accepteren. Ergens is dat wel goed. Vroeger liet ik halfjes liggen omdat ik juist te snel met remise genoegen nam, nu omdat ik te vaak doorspeel.
Het grootste probleem is dat ik steeds slecht kom te staan in uitwedstrijden en ik heb geen idee waar het aan ligt. Gaat het reizen ten koste van mijn scherpte, of is het toch weer die onzichtbare muur? Aan de openingsvoorbereiding lag het dit keer namelijk niet, al had ik mijn nieuwtje natuurlijk wel iets grondiger kunnen bekijken. Maar wat wil je ook als je geen idee hebt tegen wie je komt te spelen en iedereen iets anders speelt? Hoe dan ook, ik deed amper een goede zet, kwam gauw na de opening slecht te staan en mocht van geluk spreken dat het remise werd. Een halfje te veel dus, hoewel het team er alsnog een tekortkwam.