Kerst staat altijd in het teken van gezelligheid en gezelschapsspellen. Het is de tijd van lekker wat aanrommelen en lekker de amateur uithangen. Maar soms gaan dingen boven verwachting goed.
Bij de kerstdagen zijn de spelletjes na afloop van de kerstmaaltijd een vast ritueel geworden. Omdat mijn ouders niet bepaald spelletjesliefhebbers zijn, beperken de spellen zich vaak tot ganzenbord en mens-erger-je-niet. Ditmaal viel de keus op het wat serieuzere Scrabble, een spel waar ik in het verleden vaak hard mee van het bord werd gezet.
Hoe anders ging het dit keer! Ik besloot in het begin wat klinkers op te sparen en dat werkte perfect. Ik kon gelegenheidssamenstellingen als jongenspet en tekendag aanleggen, waarbij ik in het laatste geval ook nog mijn hele bordje leegspeelde. Hoewel die woorden vast niet in de Dikke Van Dale staan, maalde daar niemand om. Zo vaak komt het op ons niveau immers niet voor dat iemand de twee- en drieletterwoorden ontstijgt. De punten stroomden in ieder geval binnen.
Het was de eerste keer dat ik met Scrabble overtuigend had gewonnen, dus fietste ik tevreden naar huis. Vandaag werd ik weer met beide benen stevig op de grond gezet tijdens de jaarlijkse familiedag op de slotraceclub van mijn vader.
Traditiegetrouw ging de hoofdprijs naar Jeroen, de zoon van de organisator. Zelf zat ik er in de kwalificatie nog goed bij met een tweede tijd (sneller dan Ewood!), maar in de race ging bijna alles mis wat maar mis kon gaan. Ik begon in de trage vierde baan en ik had de grootst mogelijke moeite om mijn witte bolide in de baan te houden. Als een microscoop leek ik de problemen van de auto uit te vergroten, waardoor ik een flinke achterstand opliep. Desondanks had ik bij het ingaan van de laatste sessie nog uitzicht op een goed resultaat. Ewood stond niet heel ver voor en moest nog op die moeilijke baan die mij in het begin veel pijn had gedaan. Met een beetje geluk kon ik nog tweede worden en met een bekertje naar huis gaan.
De laatste run liep echter uit op een kleine deceptie. Ik was vol geconcentreerd op mijn gevecht met de witte auto in baan 4. Die moest ik toch kunnen verslaan? Het lukte maar niet. Rondenlang reden de wagens zij aan zij over de baan. En toch klopte er iets niet. Want er zat nog een spoor tussen de wagens, wat vreemd was, omdat ik in de aanliggende baan 3 reed. “Let je wel op de juiste auto?” vroeg Loulou halverwege de race. Ineens vielen de puzzelstukjes op hun plaats. Ik kon wel door de grond zakken.
Mijn excuus was dat de drie zwarte auto’s moeilijk van elkaar te onderscheiden waren, maar een dergelijke flater zou iemand met een universitaire achtergrond niet mogen maken. Toen ik in de slotfase eindelijk de juiste auto had gevonden, reed ik mij het licht uit de ogen om niet als laatste in mijn poule te eindigen. Dat lukte nog net, waardoor ik de ultieme vernedering wist af te wenden.
Erger was dat ik door mijn gestuntel naast het podium eindigde. Ewood, die nog zo goed was begonnen, maakte te veel fouten in de moeilijkere banen en eindigde slechts als derde, wat hem nog wel een bekertje opleverde. Daarna maakten we ons maar gauw uit de voeten en ging ik me achter in de auto verder schamen. Binnen een dag was ik from hero to zero gegaan.