Vanwege de zogenaamde Banenafspraak werk ik tegenwoordig als een soort excuusgehandicapte op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (maar dan natuurlijk wel vanuit huis). Om een beter beeld te krijgen van hoe mensen zoals ik de coronacrisis doorkomen, werd ik afgelopen maand geïnterviewd.
Het interview staat op het intranet van ons ministerie en is daardoor niet voor iedereen toegankelijk. Daarom heb ik het interview hier voor jullie uitgeschreven. Kijk en huiver!
“Ik ben geen ster in thuiswerken” – Een gesprek met Jesper de Groote
Maak kennis met Jesper. Vanwege autisme werkzaam via de Banenafspraak. Daarnaast is hij clubschaker, Formule 1-liefhebber, publicist en sinds anderhalf jaar data-analist bij ASEA (Arbeidsmarkt en Sociaal Economische Aangelegenheden), één van de oudste directies binnen het ministerie. Hoewel hij het er naar zijn zin heeft, is het niet makkelijk voor hem in coronatijd.
Toen Jesper bijna klaar was als promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam de scriptie “The welfare implications of parking policy”, ging hij op zoek naar werk. Na een vruchteloze en frustrerende zoektocht ontmoette hij arbeidsbemiddelaar Teamwerk. Die kwamen tot zijn verrassing na lange tijd met het ministerie aanzetten. Daar mag hij sinds eind 2018 met data van het CBS aan de slag, wat nog steeds zijn hoofdzakelijke werk is. Ook helpt hij met het berekenen van de koopkracht via software die zelfs voor kenners ingewikkeld is. Omdat daarbij een handleiding ontbrak, schreef hij deze zelf, tot waardering van zijn collega’s. Een groot probleem heeft hij met alle afkortingen binnen het Rijk. “Dat zijn er zoveel, en ik durf niet altijd te vragen wat ze betekenen”, merkt hij op.
Vanwege de coronacrisis houdt Jesper zich nu uitgebreid bezig met het analyseren van zzp’ers en flexwerkers. Hun inkomen, hun huishoudsituatie, hun beroepen. Het heeft allemaal geen geheimen voor hem. Toch heeft hij het moeilijk met de situatie. “Hoewel ik het reizen vanuit Naarden niet zozeer mis, mis ik wel de structuur en regelmaat. Die kan ik vanuit mezelf met moeite opbrengen. Ik ben kennelijk geen ster in thuiswerken”, vertelt hij wat somber. Wel heeft hij dankzij de crisis net als veel collega’s nieuwe wegen van communicatie gevonden, maar dat is toch niet hetzelfde. Het gemis van echt contact met zijn collega’s en de daarbij behorende structuur is dan ook groot. Hoewel er een jobcoach is met wie regelmatig wordt gesproken.
Datzelfde geldt voor het contact in zijn hobby’s Formule 1 en schaken. Hij heeft met dit laatste ervaring op het hoogste niveau, maar speelt momenteel een klasse lager. Door corona is echter het hele schaakseizoen afgelast, net als de Formule 1-wedstrijd in Zandvoort waar hij graag bij had willen zijn. “Mijn vader heeft vroeger een race bijgewoond, maar ik ken de sport alleen van tv”, vertelt hij. Toch houdt hij goede hoop om nog eens te gaan.
Contacten zijn echter moeilijk. “Autisten vinden elkaar vaak onbewust maar zijn minder actief op sociale media naar mijn idee. Daarnaast ben ik helaas niet zo goed in netwerken”, merkt hij op. Ook bleek het verschil tussen de internationale cultuur van de universiteit en de meer nationale van het ministerie lastig te overbruggen. Toch heeft hij vrienden, met wie hij hoopt na de crisis weer een spelletjes dag te organiseren. “Daar heb ik echt zin in”, vertelt hij verlangend. Verder stelt hij rust op prijs, zeker met het doen van de boodschappen. “Hoewel, nu iedereen makkelijker wordt en zich minder goed aan de regels houdt is het wel vervelend. Al die mensen door mekaar. Niets voor mij. Geef mij maar mijn huis en mijn poes Bounder.”
Gevraagd naar tips voor andere mensen uit de Banenafspraak moet hij even nadenken. “Probeer net als ik te genieten van de spannende tijd waarin we leven. Dit is immers echt wel iets wat je over 30 jaar nog weet.” spreekt hij zich uiteindelijk uit. “En, wees trots op jezelf”, besluit hij.
Tom Hamoen