NK schaken: het knock-outtoernooi

Vanwege gesteggel over het coronatoegangsbewijs kon het Nederlands Kampioenschap schaken, dat afgelopen vrijdag begon, op een heleboel media-aandacht rekenen. Slechte publiciteit is immers ook publiciteit. Waar de dames al bijna halverwege het toernooi zijn, is het startveld bij het herentoernooi nog niet bepaald.

Lang geleden bestonden er nog de halve finales, een knock-outtoernooi waarbij de regionaal kampioenen de strijd mochten aanbinden tegen elkaar en een partij schaakmeesters en -grootmeesters om de laatste vier plaatsen op het Nederlands Kampioenschap. Het toernooi werd traditioneel in het gemeentehuis van Hilversum gespeeld, waar ik onze eigen regionale kampioenen (Emile Wüstefeld en Marijn Otte, toen hij nog haar had) nog aan het werk gezien heb.

Het toernooi bestaat al heel lang niet meer, maar kennelijk vond de KNSB het een goed idee om die toernooiformule weer uit de mottenballen te halen. Hoe de spelers geselecteerd zijn, is me niet helemaal duidelijk. Een aantal heeft zich via een plaatsingstoernooi gekwalificeerd, de Nederlands jeugdkampioen was van de partij, maar van de rest kan ik niet direct achterhalen hoe ze zich hebben geplaatst.

Het toernooi wordt dus gespeeld volgens het Wimbledon-format. Verlies je een confrontatie (over twee partijen, dat wel), dan ga je direct naar huis. De winnaars gaan door naar de volgende ronde. Van de 24 deelnemers moeten 16 spelers alle drie de voorronden spelen, terwijl er 8 in de tweede ronde instromen. Uiteindelijk zullen er dus 4 (vier!) overblijven voor het echte NK, dat eind november van start gaat.

Ronde 1
Genoeg geleuterd, tijd om naar het toernooi te gaan. De eerste ronde was nogal tam. Alle onderonsjes waren na de tweede partij al beslist en sommige duels waren complete walk-overs.

Hing Ting Lai (2439) – Jonas Hilwerda (2240) 1-0 ½-½
Hing Ting Lai nam de plek in van titelverdediger en coronadwarsligger Lucas van Foreest, waardoor hij in de Nederlands jeugdkampioen op papier de makkelijkste tegenstander kreeg. Hij won dan ook, maar erg overtuigend was het niet.

Joost Hoogendoorn (2482) – Nico Zwirs (2439) 0-1 0-1
Ik moet zeggen dat ik nog nooit van de naam Joost Hoogendoorn had gehoord. Bij het naspelen van de twee partijen had ik het idee hooguit een prutsende 2100-speler die zijn dag niet had aan het werk te zien. Blijkt die man bijna 2500 te hebben…

Hoogendoorn – Zwirs, stelling na 14.Pd5

Wit heeft zojuist zijn opgejaagde paard naar d5 gespeeld. Zwart had geen zin in paardruil en speelde doortrapt 14…Pd7!?, wat tevens de b-pion aanvalt. Wit dacht die dreiging te kunnen opvangen door een stuk naar het centrum te spelen met 15.Pd4?, maar werd lelijk verrast door 15…Lxd4! 16.Lxd4 e6 en ineens gaat er een stuk het doosje in. Wit probeerde het nog ergens op te laten lijken met 17.Pxb4, maar kwam er daarna natuurlijk niet meer aan te pas. In de herkansingspartij kwam hij terug nadat hij vanuit de opening volledig was weggespeeld, om uiteindelijk alsnog te verliezen.

Hugo ten Hertog (2519) – Mark Timmermans (2385) 1-0 1-0
Ongeveer net zo gemakkelijk won The Duke van Mark Timmermans. In de eerste partij kon Timmermans nog redelijk bijblijven en leek hij op weg naar remise totdat hij het eindspel grondig verknalde en als toetje midden op het bord werd matgezet. In de tweede partij verwisselde hij twee zetten in de opening en kon hij meteen opgeven.

Ilias van der Lende (2388) – Twan Burg (2514) 1-0 ½-½
Door een nogal opportunistische aanval wist Van der Lende in de eerste partij een timide spelende Twaburov te kloppen. In de tweede partij wist hij met zwart op de been te blijven, waardoor hij verrassend door mocht naar de volgende ronde.

Robin Swinkels (2509) – Nick Maatman (2368) ½-½ 1-0
Met wit wist Swinkels geen drol te bereiken, waardoor de eerste partij in een uitermate saaie remise eindigde. De tweede partij was spannender. Wat al die 1.d4-spelers trekt om de damevleugel open te gooien en dan lang te rokeren, weet ik niet. In ieder geval kwam Maatmans koning zwaar onder vuur te liggen, maar in plaats van mat te geven, vergreep Swinkels zich in gierende tijdnood aan een paard van Troje. Zijn koning werd bijna het hele bord overgejaagd, om uiteindelijk toch een veilig heenkomen te vinden, waarna het pleit beslecht was.

Thomas Beerdsen (2454) – Daan Brandenburg (2482) 1-0 ½-½
Beerdsen had weinig moeite met Brandenburg, die in de eerste partij erg timide speelde en na een leuk kwaliteitsoffer volkomen werd aangelijnd. In de herkansingspartij offerde Beerdsen twee pionnen om Brandenburg aan te lijnen en was daar wederom succesvol mee. In een gunstige stelling kon hij zetten herhalen, waardoor hij zich plaatste voor de tweede ronde.

Liam Vrolijk (2480) – Friso Nijboer (2468) 1-0 ½-½
Vrolijk had weinig moeite met Nijboer, die in de eerste partij erg timide speelde en het voor elkaar kreeg om in het Koningsindisch op beide vleugels in het nadeel te zijn. In de herkansingspartij bereikte hij vervolgens geen drol met wit en lag hij er volkomen verdiend uit.

Arthur Pijpers (2474) – Willy Hendriks (2439) ½-½ 1-0
Heel boos op zichzelf moet Hendriks geweest zijn. Na in de eerste partij zowel met de overwinning als de nederlaag te hebben geflirt, zal hij niet blij zijn dat hij een zeer goed eindspel nog naar remise wist te verkloten. Maar goed, hij had in de tweede partij wit, dus had hij nog steeds goede kansen. Maar waarom dan zo’n mislukte Panov uit de kast trekken? Al vroeg in de partij gaf hij tegen Pijpers het loperpaar op zonder er echt iets voor terug te krijgen. In het eindspel werd hij vervolgens door zwarts loperpaar gefileerd.

De eerste ronde ontkrachtte de stelling dat het voordelig is om in de tweede partij wit te hebben. Bijna alle spelers die met een witpartij begonnen, gingen door!

Ronde 2
Heel wat enerverender was de tweede ronde, met daarin het vechtschaak waar het in de eerste ronde een beetje aan ontbrak.

Hing Ting Lai (2439) – Ruud Janssen (2534) 1-0 0-1
In de eerste partij verprutste Janssen een goede stelling, waardoor hij de tweede partij met wit moest zien te winnen.

Janssen – Lai, stelling na 17.Tb3.

Wit heeft uit de losse pols een pion geofferd voor wat open lijnen en diagonalen. De tekstzet brengt ook een kleine dreiging in de stelling. Zwart besluit erin te trappen met 17…Le6?! 18.Td3 Lxh2+ 19.Kxh2 Dh4+ 20.Kg1 Lxc4 21.g3 Lxd3 22.Dxd3. Zo, even op adem komen. Zwart zal gedacht hebben dat hij goede zaken gedaan heeft met zijn drie pionnen voor de kleine kwaliteit, maar dat heeft hij verkeerd ingeschat. Wit is met zijn krachtige loperpaar in het voordeel. Zwarts stelling is uitermate onplezierig. Toch is het witte winstplan niet gelijk duidelijk, maar na wat wroeten stonden de witte stukken ideaal en viel de genadeklap dan toch, waardoor de heren morgen lekker mogen vluggeren (wat voor Lai geen straf is).

Sipke Ernst (2534) – Nico Zwirs (2439) ½-½ ½-½
Ook Ernst en Zwirs mogen morgen op herkansing na twee remises waarin zwart het op het eind steeds voor het zeggen had.

Hugo ten Hertog (2519) – Erik van den Doel (2601) ½-½ ½-½
The Duke besloot zijn witbeurt weg te gooien door in het Schots een remisevariant te spelen, een tactiek die had kunnen werken als hij zijn kansen in de herkansingspartij beter had benut. Van den Dull koos in zijn witpartij namelijk voor een slappe afruil-Caro-Kann waarin hij amper van zijn eigen helft af kwam, waardoor hij een enorme aanval over zich heen kreeg. Vreemd genoeg keerden de kansen toen het centrum werd opengebeukt, waardoor Van den Dull de minimatch nog in zijn voordeel had kunnen beslissen, maar uiteindelijk eindigde ook de tweede partij vredelievend.

Dimitri Reinderman (2596) – Ilias van der Lende (2388) 0-1 ½-½
Reinderman besloot voor de verandering een keer met 1.e4 te openen. Van der Lende schotelde hem een Fransoos voor waarin de Nederlands kampioen van 2013 zich totaal niet als een vis in het water voelde. Het ene na het andere stuk werd naar het verkeerde veld gespeeld en tot overmaat van ramp miste Rendierman ook nog een truc die hem twee pionnen kostte. “Alsof mijn stukken door een magneet naar de verkeerde velden werden getrokken” zal hij wel hebben verzucht. In de herkansingspartij deed Van der Lende vervolgens alles fout wat je maar fout kunt doen door voor een licht nadelige stelling te streven, maar hij wist daarna handig alles af te ruilen en de remise binnen te slepen, waardoor hij door is naar de derde ronde.

Robin Swinkels (2509) – Ivan Sokolov (2595) ½-½ 1-0
De sensatie van de ronde was misschien wel de manier waarop Ivan de Verschrikkelijke werd overklast door Swinkels. In de eerste partij deed de Bosnische Nederlander het nog wel goed door in het Italiaans niet de zet van Ewood (8…Lb4+) te kiezen, maar het bescheiden 8…Lb6. In het vervolg werd hij alsnog overspeeld, maar leek hij met een blauw oog te ontsnappen.

Swinkels – Sokolov, stelling na 37.Da3.

Wit heeft net dameruil aangeboden. Na 37…Dxa3 zal het wel remise worden omdat wits loper nogal slecht is. Liever ging Sokolov op avontuur met 37…Dc6?, wat hij na 38.Df8! onmiddellijk moest bezuren. De pion op c3 is vergiftigd vanwege mat op e8. Na 38…Kd7 was 39.gxf5 heel sterk geweest. In plaats daarvan kwam 39.La3? Dxc3 40.e6+ Kc6 (nemen was weer mat) en hier verzonk Swinkels in een diep gepeins. Logisch lijkt 41.Dc5+ Dxc5 42.Lxc5 en misschien wint wit het dan nog. Dat is wat optimistisch, maar duidelijk is dat 42…Pa4 niks dreigt omdat zwart nooit op c5 kan slaan. Wit kan ook niet heel veel, maar na 41.e7?! was het meteen remise.

In de herkansingspartij maakte Sokolov er een potje van, waardoor hij al gauw vreselijk kwam te staan.

Sokolov – Swinkels, stelling na 21.f3?

Er volgde natuurlijk 21…f5 22.Pc5. Een belangrijk moment. Kan zwart slaan op d4? Natuurlijk! 22…Txd4! 23.exd4 Txe2 24.Txe2 Pf4 is zo goed als winnend. De witte stukken coördineren voor geen ene meter, de pionnen zijn zwak en de paarden raken met elkaar in de knoop. Helaas speelde Swinkels 22…Pf4? en besloot hij na 23.Dd2 zijn pionnenstructuur te verbeteren met 23…Pd5. Hij had daarna nog wel wat voordeel en toen Sokolov zichzelf opblies door actief te worden, trok hij de vis knap op het droge.

Max Warmerdam (2562) – Thomas Beerdsen (2454) 1-0 1-0
Woedend op zichzelf zal Beerdsen geweest zijn na zijn onderonsje met Wax Marmerdam. In de eerste ronde gaf hij op een domme manier een potremise toreneindspel uit handen, waardoor hij de tweede partij moest winnen. Hij kwam heel ver.

Beerdsen – Warmerdam, stelling na 15…Pa4.

Wit heeft alles wat een schaker zich maar kan wensen: het loperpaar, meer ruimte en (wat gezien de matchsituatie prettig is) tegengestelde rokades. Na een saaie zet als 16.Ld2 om de sterke zwartveldige loper te behouden, zou zwart nog een zware pijp gaan roken. In plaats daarvan kwam 16.Lxg7+? De “pointe” was dat wit na 16…Kxg7 17.Lb5 Pb6 18.Lxc6 bxc6 19.Dd4+ een schaakje kon geven, maar na 19…f6 had zwart alles gedekt en had hij gewoon een stuk meer. In het vervolg trapte Beerdsen in elke denkbare truc en kreeg hij nog een nul te slikken.

Liam Vrolijk (2480) – Roeland Pruijssers (2561) ½-½ 0-1
Aan de inzet lag het niet, maar toch moet Vrolijk naar huis. In de eerste partij vloog hij Pruijssers meteen naar de keel. In de onderstaande stelling had hij heel sneaky 12.Dd2!? gespeeld.

Vrolijk – Pruijssers, stelling na 12.Dd2.

Zwart geloofde het niet en deed het wel erg zorgeloze 12…e5?!, waarna 13.Th8+ Kxh8 14.Dh6+ Kg8 15.Pg5 volgde en hij zijn dame moest inleveren met 15…Dxg5 16.Dxg5. Zwart heeft een toren, een paard en een pion voor de dame, maar staat zo goed als verloren omdat zijn matig coördinerende stukken geen partij zijn voor de witte dame. Vrolijk speelde de voordelige stelling echter heel slecht uit door allerlei pionnen te offeren die hij op het bord had moeten houden, waardoor het op een gegeven moment eerder zwart was die op winst speelde. Uiteindelijk eindigde de partij in een draw.

In de herkansingspartij overklaste Pruijssers Vrolijk na een rustige opening volkomen, waardoor ook hij door is naar de derde ronde.

Casper Schoppen (2496) – Arthur Pijpers (2474) ½-½ 1-0
Pijpers werd in de tweede ronde op ongeveer dezelfde manier uitgeschakeld als hij Hendriks in de eerste ronde had uitgeschakeld. Nadat hij in de eerste ronde met zwart een enorme aanval op zijn dak kreeg en nog net met remise kon ontsnappen, werd hij in de tweede partij met wit geleidelijk aan overspeeld. Uiteindelijk besloot hij maar een kwaliteit te geven in de hoop zwarts loperpaar te kunnen indammen, maar uiteindelijk kwam de stelling open en stortte zijn stelling als een lekke dam in, waardoor ook Schoppen door naar de derde ronde is.

Morgen staan dus nog drie beslissingswedstrijden op het programma. Op donderdag begint de derde en beslissende ronde. Stay tuned!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *