Zo ziet verliezen eruit

BSG 2 (2088) – Veenendaal (2152) 2½-5½
1. R Brouwer (2034) – E Goudriaan (2310) ½-½
2. H van der Poel (2228) – S Bekker (2326) 0-1
3. T Brouwer (2081) – B von Meijenfeldt (2212) 0-1
4. J de Groote (2235) – J Offringa (2287) ½-½
5. R Hilhorst (2021) – T Kampman (2236) 0-1
6. F Borm (2116) – M van Dodeweerd (1845) ½-½
7. C van der Heijden (2036) – E van den Dikkenberg (2093) 0-1
8. J Arensman (1956) – G du Chatinier (1905) 1-0

Na de nipte zege op Oud Zuylen Utrecht namen de spelers van het eerste achttal van BSG het K-woord al optimistisch in de mond. Tegen het sterke team van Veenendaal zou de koppositie verdedigd moeten worden en daarvoor werden alle registers opengetrokken. Grootmeesters werden van heinde en verre naar Bussum gehaald, zodat het tweede in zijn sterkst mogelijke opstelling kon aantreden. Het mocht niet baten: BSG 2 verloor met ruime cijfers en zakte weer terug tot de middenmoot.

Veenendaal was matig aan de competitie begonnen. De gedoodverfde kampioen had vroeg in de competitie een oorverdovende nederlaag geleden tegen Oud Zuylen Utrecht, waardoor ze al gauw achter de feiten aanliepen. Tegen het team dat voor de meerderheid uit 2200-plussers bestond trad BSG 2 aan met een enigszins tactische opstelling. De bedoeling was om aan de witborden uit te halen en aan de zwartborden te keepen, maar uiteindelijk werd die tactiek vlekkeloos uitgevoerd door de bezoekers.

Het eerste onheil tekende zich al af aan bord 6, waar Frans met wit tegen een jeugdspeler geen drol bereikte in de opening, waardoor de handjes al gauw geschud werden. Teamleider Timon had zich vanwege een prima optreden in Wijk aan Zee beloond met een plekje aan bord 3. Daar liep hij na een buitengewoon passief gespeelde Pirc tegen Bart von Meijenfeldt in een mijnenveld en kon daar ook niet meer uit ontsnappen.

Nauwelijks beter verliep het aan de borden ernaast. Het Apenhoofd werd in het Berlijns volkomen overklast door Joost Offringa en mocht van geluk spreken dat hij met remise wegkwam. Dat geluk had FM Henk niet. In een Siciliaanse partij waarin de schermutselingen vooral voor zijn doel leken af te spelen, moest hij tegen Lekkerbekker eerst zijn dame en later zijn koning inleveren.

Lichtpuntjes waren er aan de randborden. Rein wist een tactische misser van Eugene Rian d’or in de opening uit te buiten, waardoor hij vrijwel alle stukken af kon ruilen en de remise een feit was. Geen slecht resultaat tegen iemand die nog niet zo lang geleden dik 2400 had. Aan het staartbord nam Joan, op de dag waarop hij ruim 100 elpunten lichter was geworden, de enige zege aan BSG-kant voor zijn rekening tegen Gunie du Chatinier.

Genoeg voor een kleine stunt was het niet, ook omdat Coen aan het zevende bord tegen Dikkie als een mol gaten in zijn stelling had zitten graven en met een pingoruïne bleef zitten. Daardoor had Veenendaal de punten in de knip en was alleen Ruben nog bezig om de eindstand voor BSG 2 nog een beetje dragelijk te houden. Tot diep in de avond was hij bezig. Een tien voor toewijding. Dat hij het ongelijkelopereindspel uiteindelijk nog wist te verkloten, was minder indrukwekkend (ook omdat tegenstander Tijmen Kampman jaren geleden in hetzelfde Denksportcentrum al had laten zien hoe je dergelijke eindspelen verdedigt).

Zodoende verloor BSG 2 met 2½-5½ en zakte het na zeven weken aan kop te hebben gestaan naar de vijfde plaats met 6 matchpunten uit 5 wedstrijden en een neutraal doelsaldo. Beter verging het BSG 1, dat met een aantal arbeidsmigranten aan de start verscheen tegen Groningen. De witborden deden het traditiegetrouw uitstekend: aan BSG-zijde wisten ze allemaal een punt op te strijken. Dus beslisten de twee halfjes met zwart de wedstrijd. Genoeg voor de koppositie was het niet: Charlois won eveneens met 6-4 en bleef zodoende een half bordpuntje voorlopen. Over vijf weken spelen de teams in Rotterdam de kraker.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *