Vedetteloos BSG stunt tegen De Stukkenjagers

Anderhalf jaar geleden was BSG 1 nog in de race voor de eerste landstitel uit de inmiddels 110-jarige geschiedenis van de club, maar toen kwam corona. De competitie werd niet meer uitgespeeld, waarna BSG zijn geldschieter en beste spelers kwijtraakte. Anderhalf jaar en een vrijwillige degradatie later  begon een onthoofd BSG 1 met knikkende knietjes aan het avontuur in de eerste klasse.

Tegenstanders op deze zonnige nazomerdag waren De Stukkenjagers uit Tilburg. Jaren geleden kwamen beide teams elkaar af en toe nog in de meesterklasse tegen en opmerkelijk genoeg altijd in Bussum, waar de wedstrijd ook nu weer gespeeld werd. De Stukkenjagers zijn ook niet meer zo sterk als in hun hoogtijdagen, dus mocht er een spannende wedstrijd verwacht worden.

BSG heeft tegenwoordig nog maar twee teams in de KNSB-competitie. Het grote voordeel daarvan is wel dat er op zaalhuur bespaard kan worden omdat beide teams nu tegelijk thuis spelen. Vanwege de coronamaatregelen speelden de teams wel in verschillende zalen, waardoor de straat maar tot analyseruimte gebombardeerd werd. Door omstandigheden speelde BSG 1 voor de verandering in de doorgaans nogal kille benedenzaal, waar tien borden met kuchschermen stonden opgesteld. Tevens stonden alle deuren open om de zaal goed te ventileren. Natuurlijk zat uitgerekend Coen op de tocht in de deuropening, waar hij terecht niet blij mee was.

Het geheime wapen van BSG was Sizzel, die van Soest is overgekomen en niet op de deelnemerslijst stond. Omdat Rein, die een broertje dood aan tactische opstellingen schijnt te hebben, de eerste ronde aan zich voorbij liet gaan, mocht hij ook meteen in actie komen. Aanvankelijk was het idee om onze reuzendoder gelijk aan een hoog bord te zetten, maar in de training een week voor de wedstrijd werd besloten om hem en Iskander om te wisselen. Dat hij niet veel van de training had opgestoken, werd voor de wedstrijd pijnlijk duidelijk toen hij na het zien van de indeling enigszins paniekerig mededeelde dat hij de voorbereiding tegen 1.f4 alweer glad vergeten was. Een lekkere binnenkomer.

Iskander en teamleider Timon hadden aangeboden om aan de kopborden als kanonnenvoer te dienen, om zo de rest van het team wat te ontlasten. De tactiek pakte uiteindelijk fantastisch uit. De wedstrijd begon al goed toen de wedstrijd tussen de oudste en jongste speler overtuigend door de oudste gewonnen werd. Coen was in een scherpe Siciliaan in zijn element en won tegen Tommy Grooten al gauw een dame tegen twee stukken. Toen hij ook nog een paar pionnen mocht graaien, was het pleit beslecht.

Ook niet slecht op dreef was Frans, die tegen Erwin Kalle een schijnoffer in de opening speelde en daardoor het loperpaar won. In het vervolg leek het nog een tijdlang spannend, met ongelijke lopers en zo, maar uiteindelijk wist hij zijn jonge rivaal in het eindspel pootje te haken (nou ja, figuurlijk dan).

Een bord verderop kwam Ruben tegen Mark van Beurden na de opening ineens heel goed te staan. Een halfopen b-lijn verschafte hem het nodige tegenspel tegen de lang gerokeerde zwarte koning en ineens zaten er allerlei tactische grapjes in de stelling. Het afronden was ditmaal kennelijk geen probleem meer voor Ruben.

Minder verging het Sizzel, die tegen César Becx toch behoorlijk uit de opening was gekomen, maar daarna te veel met zijn paard ging fladderen, waarna hij een zetherhaling versmaadde en in plaats daarvan zijn dame naar een dom veld liet verdrijven. Nadat hij ook nog de rest van zijn stukken vrijwillig had ingeblikt, moest hij de witte vlag uithangen.

Ondertussen ging het aan de eerste borden ook niet echt naar wens. Timon kon het aan het tweede bord niet bolwerken tegen Stefan Beukema. Zijn zwartveldige loper leek nogal in het nauw te komen en in het eindspel had hij twee stukken minder, dus was de marge teruggelopen naar een punt: 3-2.

Beter op dreef was het Apenhoofd tegen Sjoerd van Roon. Waar hij ruim vijf jaar geleden tegen dezelfde tegenstander, toen nog in Utrechtse dienst, blij mocht zijn met remise na een verprutste opening, verliep de opening nu heel wat voorspoediger. Alleen de finishing touch ontbrak nog na anderhalf jaar niet geschaakt te hebben. In tijdnood slingerde het stellingsoordeel tot hilariteit van het publiek hevig heen en weer, maar nadat de tijdcontrole was gehaald, stond het Apenhoofd gewonnen en maakte hij het gauw uit.

Iskander moest uiteindelijk aan het kopbord na lange strijd ook de wapens strekken tegen Luuk Baselmans, waardoor het 4-3 was. Beter verging het de broer van tegen de broer van. Ewood was beter op de hoogte van de nadelen van de zwarte opzet dan tegenstander Sam Baselmans en kwam al gauw heel goed te staan. Hij wisselde zijn surplus aan activiteit in voor een surplus aan mobiliteit, waarna hij het eindspel opvallend gemakkelijk won. “Redelijk gespeeld” vond hijzelf.

Daarmee was het eerste wedstrijdpunt in de tas. FM Henk tikte tegen Herman Grooten het winnende halfje binnen. Nadat hij de hele partij minder had gestaan, wist hij in tijdnood terug in de partij te komen. In de slotstelling maakte hij nog het meeste aanspraak op het punt, maar met de remise was hij, gezien de stand en de voorgeschiedenis, natuurlijk dik tevreden.

Minder tevreden was Ton, die tegen Nick Bijlsma erg goed kwam te staan, maar de finishing touch miste en afwikkelde naar een toreneindspel dat gewoon remise was. Zodoende begon BSG met een vrij nipte overwinning op een van de naaste concurrenten tegen degradatie. Niet dat daar verder in de eerste ronde in klasse 1B veel van bleek, aangezien de ploegen in het zuidoosten van het land een slechte dag hadden, met nederlagen voor zowel Blerick (Venlo), Vianen (Noordoost-Brabant) en UVS (Nijmegen) tegen op papier zwakkere tegenstanders. Maar zoals de witte, die als toeschouwer aanwezig was, lang geleden al opmerkte: er wordt nog altijd op borden en niet op papier geschaakt. Zo is het maar net. Paul Keres 2, dat op 9 oktober de volgende tegenstander is, is alvast gewaarschuwd.

BSG (2122) – De Stukkenjagers (2154) 6-4
1. Iskander Schrijvers (2028) – Luuk Baselmans f (2307) 0-1
2. Timon Brouwer (2078) – Stefan Beukema m (2384) 0-1
3. Ton van der Heijden (2276) – Nick Bijlsma f (2262) ½-½
4. Ewoud de Groote (2232) – Sam Baselmans (2197 ) 1-0
5. Henk van der Poel f (2224) – Herman Grooten m (2217) ½-½
6. Jesper de Groote (2223) – Sjoerd van Roon (2182) 1-0
7. Frans Borm m (2098) – Erwin Kalle (2049) 1-0
8. Ruben Hilhorst (2023) – Mark van Beurden (1956) 1-0
9. Ashley Krishnasing (2022) – César Becx (2088) 0-1
10. Coen van der Heijden (2013) – Tommy Grooten (1899) 1-0

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *