Nog drie weken bibberen

Door een nipte nederlaag tegen naaste rivaal Blerick in de vanwege corona uitgestelde vijfde ronde van de KNSB-competitie is degradatie voor BSG dichtbij gekomen. De ploeg moet hopen dat Spijkenisse en datzelfde Blerick hun inhaalwedstrijden (ruim) verliezen om in de eerste klasse te blijven.

Het seizoen voor BSG begon nog goed met een vrij overtuigende overwinning op De Stukkenjagers. Dat zij uiteindelijk kampioen zouden worden, konden we toen niet bevroeden. De kansloze nederlaag tegen Paul Keres 2 was een domper, maar daar stond een nipte zege tegen Spijkenisse tegenover. Met 4 matchpunten uit 3 duels deed BSG lekker mee.

Daarna volgde de ene na de andere tegenslag. De wedstrijd tegen Vianen was een regelrechte afgang en na een extra lange winterstop ging de wedstrijd tegen Krimpen aan den IJssel ook nog op schlemielige wijze verloren. Toen ook UVS nipt te sterk was, waarde het degradatiespook rond in Bussum.

Nog erger was dat Coen in de tussentijd ongeneeslijk ziek was geworden. Enkele dagen na de gewonnen wedstrijd tegen Delft overleed hij. Op de borden zette de misère zich voort. De uitwedstrijd tegen LSG ging dik verloren en dus kwam alles aan op het inhaalduel tegen Blerick, de nummer laatst. Bij een overwinning zou BSG zich handhaven, bij een nederlaag of gelijkspel kon het nog misgaan.

Om tegen het onberekenbare team van Blerick, dat voor 90% uit Duitsers bestaat, goed voor de dag te komen, had BSG een konijn uit de hoge hoed getoverd. Het was Harmen Jonkman, de grootmeester uit Beverwijk, die voor deze gelegenheid was opgetrommeld. Met dit geheime wapen trok BSG ten strijde tegen het Noord-Limburgse team, dat het hele jaar al ver beneden haar kunnen had gespeeld.

Kansen om de wedstrijd te winnen waren er ook. Aan het eerste bord was Mark, de man in vorm, gezet. Hij kwam tegen een moeilijke naam goed te staan, maar miste in het eindspel ergens een winst en moest met remise genoegen nemen. Aan het tweede bord speelde Rein zijn gebruikelijke Caro-Kann en boekte eveneens een nette remise. Daarmee had het tactische deel van de tactische opstelling goed uitgewerkt.

Waar de tactische opstelling niet in voorzien had, was de geruisloze nederlaag die Harmen Jonkman leed tegen Jürgen Kaufeld. Die nederlaag werd overigens weggewerkt door Ton, die tegen Dirk Bergmans in de opening werd overlopen, maar op last van de teamleider moest doorspelen. Gelukkig betaalde het speelsterkteverschil zich uit en kon Ton in de counter het punt binnenslepen.

Niet erg gelukkig met zijn partij was FM Henk. Tegen een moeilijke naam kreeg hij in de opening door een trucje groot voordeel. De zwarte koning kwam in het centrum te staan, maar vreemd genoeg stond de monarch daar nog redelijk veilig. Niet lang nadat de dames geruild waren, konden de handjes worden geschud.

Ewood speelde een erg lange partij tegen Marcel Becker. Hij dacht de hele partij goed te staan, maar helaas miste hij de finishing touch en moest hij in remise berusten. Nog slechter verging het het Apenhoofd, dat tegen Eugen Heinert, de man met de Frans aandoende voornaam die je dan weer niet op zijn Frans schijnt uit te spreken, in het Frans met een dijk van een stelling uit de opening kwam. Het afmaken lukte niet zo en nadat het Apenhoofd zich in tijdnood aan een domme pion had vergrepen, kreeg hij het zelf ineens voor zijn kiezen. Het seizoen voor hem en BSG in een notendop.

Iskander kwam behoorlijk goed uit de opening nadat tegenstander Thomas Krause wat lichtzinnig een pion had geruild. Hij dacht daarna lekker op de koningsvleugel aan te vallen, maar liep in het mes en werd van het bord gecounterd. Meer geluk had Ruben, die tegen Ulf Gohla in een minder eindspel het vege lijf redde door zijn zwakke loper voor een paar pionnen te ruilen.

Aan het laatste bord won Timon na een wilde partij, waarin tegenstander Heiko Kesseler wat losjes een kwaliteit offerde. In het vervolg wist Timon hem steeds meer stukken af te troggelen en te winnen. Genoeg voor de winst was het niet en in plaats daarvan verloor BSG voor de derde keer dit seizoen met 5½-4½.

Het lot van BSG ligt nu in handen van de inhaalduels LSG 2 – Blerick en Spijkenisse – Krimpen aan den IJssel. BSG moet hopen dat Blerick met drie punten of meer verschil verliest van LSG 2, dat het kampioensduel van De Stukkenjagers verloor en promotie naar de meesterklasse kan vergeten, ondanks dat er door het terugtrekken van En Passant een extra promotieplaats is. Spijkenisse staat een matchpunt achter BSG en Blerick en moet een resultaat halen in de inhaalwedstrijd op 11 juni. Tot die tijd is het dus bibberen voor BSG. Vervelend vooral dat dat helemaal niet nodig had hoeven zijn met een beetje meer rust voor de kool.

Blerick 1 (2198) BSG 1 (2149) 5½-4½
1. Kevin Zolfagharian (2239) – Mark Grondsma (2114) ½-½
2. Marius Gramb (2202) – Rein Brouwer (2036) ½-½
3. Jürgen Kaufeld (2263) – Harmen Jonkman (2380) 1-0
4. Dirk Bergmans (2052) – Ton van der Heijden (2266) 0-1
5. Dmitrijus Chocenka (2335) – Henk van der Poel (2211) ½-½
6. Marcel Becker (2341) – Ewoud de Groote (2222) ½-½
7. Eugen Heinert (2198) – Jesper de Groote (2216) 1-0
8. Thomas Krause (2093) – Iskander Schrijvers (2037) 1-0
9. Ulf Gohla (2104) – Ruben Hilhorst (2012) ½-½
10. Heiko Kesseler (2064) – Timon Brouwer (1996) 0-1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *