Formule 1-rapport 2016

Net als 2014 en 2015 werd de Formule 1 in 2016 gedomineerd door het team van Mercedes. Dit keer was het echter niet Lewis Hamilton, maar Nico Rosberg die de wereldtitel greep. De titelstrijd was nog tot aan de laatste meters spannend en alleen daarom al was het seizoen 2016 geslaagd te noemen. Ten opzichte van vorig jaar waren er beduidend meer gevechten op de baan te beleven en dat was voor een belangrijk deel te danken aan de nieuwe bandenregels, die vooral in het begin van het seizoen voor een hoop leven in de brouwerij zorgden. Wat ook meehielp, was dat de teams beter aan elkaar gewaagd waren. Voor het eerst sinds 2009 scoorden alle teams punten en dat was vooral een knappe prestatie van het debuterende team van Haas, dat meteen al in de eerste race in de punten eindigde.

Voor de Nederlandse racefans was het eveneens een jaar om te koesteren. Vorig jaar bestond er al geen twijfel over het talent van Max Verstappen. In zijn Toro Rosso liet hij in het middenveld geregeld de mooiste dingen zien. Dit jaar werd hij al na vier races gepromoveerd naar het hoofdteam van Red Bull. Het werd een move om nooit te vergeten, want hij won meteen zijn eerste race. In de races die volgden, was hij geregeld op het podium te vinden. Uiteindelijk leverde het hem een vijfde plaats in het kampioenschap op tussen de Ferrari-rijders. Voor Nederland breken er gouden tijden aan in de Formule 1.

Al met al kwamen vier van de zes optimistische voorspellingen van voor het seizoen uit en dat is geen gekke score voor een seizoen dat eigenlijk kan worden omschreven als een tussenjaar. Voor volgend seizoen gaan de regels immers flink op de schop. De bolides zullen breder worden en met bredere banden worden uitgerust, zodat ze meteen een stuk sneller worden. De coureurs zijn enthousiast en hopelijk wordt het publiek dat ook. De Formule 1 lijkt in ieder geval weer op de goede weg te zitten. Misschien breken er weer gouden tijden aan voor de sport.

Allereerst een terugblik op de tweede seizoenshelft. Voor de eerste seizoenhelft: zie het tussenrapport.

België
Hamilton moet vanwege een motorwissel achteraan starten. In de race krijgt hij echter hulp van Verstappen, die de Ferrari’s in de eerste bocht op zijn pad vindt, en Magnussen, die crasht, waarna de race wordt stilgelegd. Door de pitstops van anderen rukt Hamilton tot de vijfde plaats op. Na de hervatting krijgt hij Alonso en Hülkenberg nog te pakken, maar daarna blijkt Ricciardo een te groot obstakel. Rosberg wint onbedreigd.
Stand: Hamilton-Rosberg-Ricciardo-Vettel-Räikkönen-Verstappen: 232-223-151-128-124-115

Italië
Hamilton is in de kwalificatie heer en meester, maar daar heeft hij helemaal niets aan als hij zijn start verprutst en terugvalt naar de zesde plaats. Rosberg wint opnieuw, terwijl Hamilton via de pitstops oprukt naar de tweede plaats, voor de Ferrari’s.
Stand: Hamilton-Rosberg-Ricciardo-Vettel-Räikkönen-Verstappen: 250-248-161-143-136-121

Singapore
Rosberg heerst en Hamilton ploetert. Terwijl Rosberg de race domineert, verliest Hamilton halverwege de race zelfs nog zijn derde plaats aan Räikkönen. De spanning komt terug bij de laatste serie pitstops, want waar Hamilton de derde plaats herovert, legt Ricciardo Rosberg het vuur aan de schenen. Rosberg houdt stand en herovert de leiding in het WK.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo-Vettel-Räikkönen-Verstappen: 273-265-179-153-148-129.

Maleisië
Rosberg wordt bij de start door een wilde Vettel achterstevoren getikt en moet een inhaalrace rijden. Hamilton ligt onbedreigd aan kop en loopt weg bij de vechtende Red Bulls, als hij ineens zijn motor opblaast. Ricciardo wint de race, voor Verstappen en Rosberg, die ondanks een tijdstraf Räikkönen voor weet te blijven.
Stand: Rosberg-Hamilton-Ricciardo: 288-265-204

Japan
Opnieuw is Hamilton bij de start niet bij de les. Hij valt terug naar de achtste plaats en werkt zich gedurende de race moeizaam naar de derde plaats op, achter Verstappen. Een inhaalpoging in de een-na-laatste ronde eindigt bijna in tranen. Rosberg wint en heeft het kampioenschap volledig in eigen hand.
Stand: Rosberg-Hamilton: 313-280

Verenigde Staten
Eindelijk wint Hamilton weer. Gestart van pole komt hij goed van zijn plaats, waarna hij de race domineert. Rosberg verliest een plaats bij de start en moet de hele race lang oppassen voor de Red Bulls. Verstappen valt halverwege de race uit. De daaropvolgende virtuele-safetycarfase is in het nadeel van Ricciardo, zodat Rosberg alsnog tweede wordt.
Stand: Rosberg-Hamilton: 331-305

Mexico
Hamilton snijdt bij de start de eerste bocht af, maar komt ermee weg. Hij domineert opnieuw de race, terwijl Rosberg zo langzaam mogelijk rijdt en handen en voeten nodig heeft om Verstappen achter zich te houden. Dat lukt nog wel en in de verhitte slotfase krijgt Verstappen Vettel en Ricciardo op zijn dak. Hoewel Vettel het podium op mag, wordt Ricciardo uiteindelijk vanwege de tijdstraffen als derde geklasseerd.
Stand: Rosberg-Hamilton: 349-330

Brazilië
Het regent pijpenstelen en dus wordt de race om de haverklap onderbroken. Hamilton haalt geroutineerd de zege binnen, terwijl Rosberg met moeite zijn derde opeenvolgende tweede plek binnenhaalt. Verstappen steelt echter de show met een briljant optreden, waarin hij zijn auto op een magistrale manier uit de muur weet te houden, gevolgd door een inhaalrace naar het podium in de slotfase.
Stand: Rosberg-Hamilton: 367-355

Abu Dhabi
Rosberg heeft aan een derde plek genoeg voor de titel, dus drukt Hamilton het tempo in de hoop dat de andere coureurs Rosberg inhalen. Het plannetje mislukt. Rosberg houdt stand en finisht vlak achter Hamilton als tweede en wordt kampioen.
Eindstand: Rosberg-Hamilton: 385-380.

Dan nu de rapportcijfers, gebaseerd op kwalificatie-uitslagen, race-uitslagen en natuurlijk mijn persoonlijke mening. Voor de beoordeling van de rijders heb ik ook gebruikgemaakt van het wiskundige model van F1 metrics. Het model probeert raceresultaten te verklaren aan de hand van de inbreng van de coureur en van zijn auto, zodat de coureurs op een objectieve manier met elkaar vergeleken kunnen worden. De score per coureur wordt uitgedrukt in ppr, ofwel points per race, op een schaal van 0 tot 10. De ppr voor iedere coureur is gegeven naast het aantal gescoorde punten gedurende het seizoen.

Mercedes (kampioen met 765 punten)
701 punten in 2014, 703 in 2015 en 765 in 2016: de wet van de remmende voorsprong lijkt niet op te gaan voor Mercedes. Daarbij moet wel worden aangetekend dat 2016 twee races meer telde dan 2015, dat omgerekend per race nog een fractie succesvoller was voor het team van Toto Wolff. Dat had voor een deel te maken met Spanje, waar Mercedes voor het eerst sinds 2011 een dubbele uitvalbeurt kreeg te verwerken doordat de coureurs elkaar van de baan reden. Verder verloor Mercedes in 2016 maar een andere race en dat was in Maleisië, toen Hamiltons motor ineens niet veel meer kon doen dan vlees braden. Op tactisch gebied was Mercedes het hele jaar bij de les en mede daardoor wist het team alle andere 19 races te winnen. Petje af.
10

Nico Rosberg (wereldkampioen met 385 punten, ppr: 6,66)
Berekenend. Heel erg berekenend. Een ander woord is er niet te bedenken voor de manier waarop Rosberg zijn eerste wereldtitel binnenhaalde. Na de Grand Prix van Japan had hij aan louter tweede plaatsen genoeg om de titel binnen te halen en dus deed hij dat ook, ondanks dat Hamilton het hem zo moeilijk mogelijk probeerde te maken. Het was geen sprankelende manier om kampioen te worden, maar als iemand weet hoe moeilijk het is om op zo’n manier je eerste wereldtitel te behalen, dan is het Hamilton wel. Daarnaast verdient Rosberg lof voor de manier waarop hij zich na de zomerstop vanuit geslagen positie terugwerkte. Maakte vervolgens de dappere beslissing om op zijn hoogtepunt te stoppen. We zullen je missen, Nico!
8

Titelstrijd
Aantal gescoorde WK-punten van Rosberg (lichtgrijs) en Hamilton (donkergrijs) na afloop van elke race, vergeleken met Rosbergs gemiddelde score van 18,3 punten per race.

Lewis Hamilton (Luis) (2e met 380 punten, ppr: 6,98)
Een vlekkeloos seizoen kende Hamilton zeker niet. Na een wat onverschillig slot van 2015 werd Hamilton ook in de eerste races van 2016 door Rosberg verslagen. Slechte starts en motorpech in de kwalificatie waren daar debet aan. Na de botsing in Spanje kregen we weer de echte Hamilton te zien en met een serie krachtige optredens liet hij er geen twijfel over bestaan wie de beste was, om na de zomerstop weer in te kakken. In de laatste races probeerde hij nog te redden wat er te redden viel, maar het was te laat. Hoewel Hamilton zowel in de kwalificatie (12-9) als in de race (10-9) de betere was, kwam hij vijf punten tekort voor zijn vierde titel.
7

Red Bull-TAG Heuer (2e met 468 punten)
Nog maar een jaar geleden gingen Red Bull en Renault rollend over de straat na een mislukt seizoen. De hoofdschuldige van de slechte prestaties van toen was de zwakke Renault-motor. In 2016 was de tot TAG Heuer omgedoopte motor nog steeds de zwakke plek van de paarse bolides, maar het gemis aan paardenkrachten deed zich niet meer zo erg voelen. Alleen op het hogesnelheidcircuit van Monza kwamen de Red Bulls er niet aan te pas. Op de andere circuits vochten ze met de Ferrari’s of zelfs de Mercedes. Het resulteerde in een oogst van 15 podiumplaatsen en een knappe tweede plaats in het kampioenschap. Red Bull mag hopen dat ze Mercedes volgend jaar echt uit kunnen dagen.
8

Daniel Ricciardo (3e met 256 punten, ppr: 6,98)
In 2016 was Ricciardo de constante factor bij de topteams. Hij finishte elke race en scoorde, op die vreemde race in Rusland na, altijd punten. Over een ronde was Ricciardo gigantisch snel. Steeds wist hij zijn beste rondje te bewaren voor het moment waarop het er het meeste toe deed, zodat hij teamgenoot Verstappen op zaterdag uiteindelijk met 11-6 versloeg. In de races had Ricciardo het moeilijker. Wel kende hij halverwege het seizoen een opleving. Vanaf Hongarije tot aan zijn overwinning in Maleisië presteerde hij op een zeer hoog niveau. Daarna leek zijn honger gestild en in de slotfase van het seizoen moest hij steeds vaker in Verstappen zijn meerdere erkennen.
8

Max Verstappen (Max) (5e met 204 punten, ppr: 7,26)
Het is niet moeilijk om de hoogtepunten van Verstappens eerste seizoen bij een topteam op te noemen. Die overwinning in zijn eerste race bij het team, zijn dappere optreden op een halfnat Silverstone, en vooral zijn fenomenale wagenbeheersing gevolgd door die geweldige inhaalrace in Brazilië staan op de netvliezen van vele racefans gegrift. Ruimte voor verbetering is er nog steeds. Naast de misser in Monaco ging het voor eigen publiek in België ook niet geheel naar wens, terwijl Verstappen in Hongarije en Singapore leerde dat je soms als je oma moet rijden om je banden wat te ontzien. In ieder geval kon Verstappen zich mooi aan teamgenoot Ricciardo optrekken. Tegen het eind van het seizoen kreeg hij voorzichtig de overhand, dus dat belooft wat voor volgend jaar.
8

ggg
Aantal gescoorde WK-punten van Ricciardo (donkerpaars), Vettel (donkerrood), Verstappen (lichtpaars) en Räikkönen (rood) na afloop van elke race, vergeleken met Ricciardo’s gemiddelde score van 12,2 punten per race.

Ferrari (3e met 398 punten)
Dankzij betrouwbaarheidsproblemen en strategische miskleunen bleef de aanval van Ferrari op Mercedes in het begin van het seizoen uit. Daarna ging het van kwaad tot erger voor de Italianen, want geleidelijk aan werden de rode bolides minder competitief. De powerunit schoot tekort en ook op aerodynamisch vlak begon Ferrari steeds verder achter te lopen. Mercedes raakte uit beeld en uiteindelijk moest Ferrari zelfs gaan oppassen voor Red Bull. Ruim voor het eind van het seizoen was Ferrari naar het derde plan verdrongen. Een goed voorbeeld van hoe ver Ferrari was teruggezakt was Singapore, waar Ferrari vorig jaar won en dit jaar nog naast het podium greep. Voor overwinningen kwam Ferrari, net als in 2014, niet in aanmerking. Een crisis dreigt en daarmee is de sfeer na afloop van het seizoen compleet omgekeerd aan vorig seizoen.
5

Sebastian Vettel (Fattle) (4e met 212 punten, ppr: 7,21)
Welhaast zonder te remmen kleunde Vettel in Maleisië op Rosberg. Met een gebroken ophanging kon de viervoudig wereldkampioen zijn auto langs de kant zetten. Het was het dieptepunt van een belabberd seizoen en de kritiek was niet mals. “Ten opzichte van vorig jaar doet Räikkönen het iets beter en Vettel het veel slechter”, riep de een. “Hoe beter Red Bull het doet, hoe onherkenbaarder Vettel wordt”, besloot een ander. En dat terwijl Vettel ook een hoop goede optredens kende. Helaas werden zijn raketstarts in Australië en Canada maar matig beloond door geklungel van het team, dus besloot Vettel de regie wat betreft de strategie maar wat meer in eigen hand te nemen. Het werkte wel, want zowel in Azerbeidzjan als in Mexico en Abu Dhabi had Vettel profijt van zijn afwachtende strategie. Met een vierde plek in het WK kan Vettel nog enigszins tevreden op 2016 terugkijken.
7

Kimi Räikkönen (6e met 186 punten, ppr: 6,51)
Na twee slechte jaren bij Ferrari deed Räikkönen het in 2016 helemaal niet zo slecht. De Ferrari leek eindelijk bij de rijstijl van de wereldkampioen van 2007 te passen en dat resulteerde in een aantal goede optredens. Hoewel Räikkönen Vettel opmerkelijk genoeg in de kwalificaties wist te kloppen, finishte hij in de races vaak achter de Duitser. Meestal was Räikkönen net wat trager en anders gooide een onhandige strategie wel weer roet in het eten. Het gevolg was dat Räikkönens seizoen als een nachtkaars uitging. In de tweede seizoenshelft stond hij, mede dankzij het vormverlies van zijn team, niet meer op het podium.
6

Force India-Mercedes (4e met 173 punten)
Hoewel het Indiase team stroef aan het seizoen begon, ging het daarna al rap beter. In Monaco en Azerbeidzjan mocht Pérez het podium beklimmen en in België en Brazilië mochten de zwart-zilveren bolides aan het podium snuffelen. Indrukwekkender was dat er na Oostenrijk in elke race punten werden gescoord. Net als in 2014 en 2015 profiteerde Force India van de krachtige Mercedes-motor, maar met 173 punten en een vierde plaats bij de constructeurs kende het team zijn beste jaar uit zijn geschiedenis. Het valt niet te hopen voor Pérez en Ocon dat het team te veel energie in 2016 heeft gestoken om in 2017 goed voor de dag te komen.
8

Sergio Pérez (7e met 101 punten, ppr: 5,57)
Drie podiums in 2012, een in 2014 en 2015 en twee in 2016: om de een of andere reden weet Pérez ieder seizoen weer een paar keer flink te pieken. Hoewel de Force India gedurende het seizoen steeds meer afstand nam van middenmoters als Williams en Toro Rosso, waren de topteams doorgaans toch echt wel een paar maatjes te groot voor ze en dus was alles beter dan een zevende plek al een hele prestatie. Uiteindelijk eindigde Pérez met meer dan 100 WK-punten als best of the rest. Volgend jaar mag hij tegen Ocon proberen te bewijzen dat dat vooral aan hemzelf en niet aan de auto was te danken.
8

Nico Hülkenberg (9e met 72 punten, ppr: 4,19)
Hoewel Hülkenberg nog altijd in verband wordt gebracht met allerlei topteams, zijn zijn prestaties er niet zo naar. Zo heeft de Nederlands sprekende Duitser nog altijd geen podium achter zijn naam staan, al moet daarbij worden aangetekend dat hij het geluk vaak niet aan zijn zijde heeft. Ook in 2016 was Hülkenberg de pechvogel van het jaar. Als hij geen pech had, dan had hij wel tegenslag. Zo verloor Hülkenberg dit seizoen in Monaco en Engeland buiten zijn schuld plaatsen via de pitstops, terwijl hij in Brazilië een lekke band kreeg terwijl hij in de kopgroep meedraaide. Het betekende dat hij voor het tweede jaar op rij achter Pérez in het kampioenschap eindigde. Volgend jaar hoopt Hülkenberg zijn carrière bij Renault nieuw leven in te blazen.
6

Williams-Mercedes (5e met 138 punten)
Voor een privéteam dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen, kan een tussenjaar als 2016 nooit heel succesvol worden. In 2017 moet Williams er weer staan, net als eerder in 2014, toen de turbomotoren werden geïntroduceerd. Ook in 2016 liftte het team van Frank Williams mee op het succesvolle ontwerp van twee jaar eerder. De zwakke plekken van dat ontwerp, de erbarmelijke prestaties in de regen en de hoge bandenslijtage, leken iets te zijn verbeterd, maar daar stond tegenover dat de Williams ook nauwelijks echt sterke punten had. Alleen in Canada stond Bottas op het podium. Het enige waarin het team wel uitblonk, waren de pitstops. Het valt te hopen dat de bandenwissels volgend jaar, met de bredere banden, net zo gesmeerd gaan.
5

Valtteri Bottas (8e met 85 punten, ppr: 6,13)
Net als in 2014 en 2015 was Bottas de vicewereldkampioen van 2008 de baas. In 2016 was Bottas vooral in de kwalificatie heer en meester. In de races was het verschil kleiner, al haalde Bottas wel duidelijk de meeste punten binnen. Vooral zijn optreden in Canada was erg goed. Tegen het eind van het seizoen zakte Williams steeds verder weg en dus kwam Bottas steeds moeilijker tot scoren, zodat zijn seizoen als een nachtkaars uitging. Volgend jaar moet Bottas zich voor het eerst in zijn carrière opnemen tegen iemand die jonger is dan hijzelf (Lance Stroll).
7

Felipe Massa (11e met 53 punten, ppr: 4,91)
Het was een beetje een sneu gezicht toen Massa tijdens zijn thuisrace, gehuld in een Braziliaanse vlag, vanaf zijn gecrashte bolide terugliep naar de pits. Op dezelfde plaats waar hij zich 8 jaar geleden heel even wereldkampioen waande, nam hij in de pissende regen afscheid van zijn trouwe fans. Spijtig genoeg is die net-nietrace Massa’s laatste overwinning gebleken. Het ongeluk in 2009 en de “Alonso is faster than you” in 2010 luidden het begin van het einde van zijn carrière in. Na een opleving in 2014 was de rek er in 2016 wel een beetje uit bij de kleine Braziliaan. Bottas was duidelijk te sterk en dus ging Massa na 3 jaar Sauber, 8 jaar Ferrari en 3 jaar Williams met pensioen.
5

Str
Aantal gescoorde WK-punten van Pérez (bruin), Bottas (donkerblauw), Hülkenberg (lichtbruin), Alonso (zwart), Massa (lichtblauw) en Sainz (paars) vergeleken met Pérez’  gemiddelde score van 4,8 punten per race.

McLaren-Honda (6e met 76 punten)
Na een erbarmelijk 2015 had McLaren in 2016 de weg naar boven weer een beetje gevonden. Honda had weer wat pk’s gevonden en dat was duidelijk zichtbaar: de zwarte bolides werden niet steeds op de rechte stukken voorbijgeblazen alsof ze stilstonden. Toch bleef de Honda te traag en te dorstig, waardoor de McLarens op de hogesnelheidscircuits weinig te zoeken hadden. Aan de andere kant waren ze op de tragere circuits ook niet altijd competitief. Het gebrek aan snelheid op Suzuka, het thuiscircuit van Honda, deed menigeen de haren te berge rijzen. Gedurende het seizoen was er van een opwaartse trend nauwelijks sprake, ondanks dat de meeste teams in de middenmoot (Williams, Toro Rosso) wel stilvielen, wat raar was. Hopelijk gaat het volgend jaar met Zak Brown aan het roer in plaats van de chronisch overschatte Ron Dennis een stuk beter.
6

Fernando Alonso (10e met 54 punten, ppr: 7,92)
Hoewel hij niet voor de echte prijzen meedeed, leek Alonso gemotiveerder en scherper dan ooit tevoren. Zijn starts waren doorgaans erg goed en mede daardoor was de wereldkampioen van 2005 en 2006 in staat met veel snellere auto’s mee te vechten. Hoogtepunt van het seizoen was misschien wel de start in België, waarin Alonso Hamilton bij de start voorbijging, waarna ze in de openingsronde met een noodgang door het hele veld kliefden. De vraag is wat Alonso volgend jaar gaat doen. Blijft hij bij McLaren, of neemt hij de vrijgekomen plaats bij Mercedes in?
9

Jenson Button (15e met 21 punten, ppr: 6,51)
Hij kon er zelf nog een beetje om lachen, maar vanaf het moment dat hij zijn pensioen had aangekondigd, ging het bergafwaarts met Buttons prestaties. In de tweede seizoenshelft kwam hij niet verder dan 4 puntjes, zodat hij uiteindelijk nog niet de helft van Alonso’s puntentotaal bij elkaar sprokkelde. Verrassender is dan ook dat Button de mogelijkheid heeft om in 2018 terug te keren. Eerlijk gezegd houdt niemand, inclusief hijzelf, daar echt rekening mee. Button heeft er goed aan gedaan om, net als Massa, de eer aan zichzelf te houden voordat het verval echt zichtbaar wordt.
6

Toro Rosso-Ferrari (7e met 63 punten)
Het verhaal van Toro Rosso is bekend: het team reed als enige met een motor uit 2015, wat gedurende het seizoen een steeds groter nadeel werd. Inderdaad werden de meeste punten in de eerste seizoenshelft gescoord: 45 om 18. In de eerste seizoenshelft bleef het voormalige team van Minardi slechts in twee races puntloos, in de tweede seizoenshelft pakten ze maar in drie races punten. Toch scoorde Toro Rosso bijna net zoveel punten als vorig jaar, ondanks de opschudding die de promotie van Verstappen en de degradatie van Kwjat teweegbracht. Het zegt veel over hoe goed het chassis is. Hopelijk kan Toro Rosso in 2017, met een fatsoenlijke motor, echt een sprong maken.
7

Carlos Sainz (Science) (12e met 46 punten, ppr: 7,26)
Als herboren reed Sainz in de rondte na de promotie van Verstappen naar het hoofdteam van Red Bull. Na ruim een jaar in de schaduw van de jonge Nederlander te hebben gereden, wilde de jonge Spanjaard zich graag bewijzen. Het resulteerde in prima optredens, met een knappe zesde plaats in Spanje als het beste resultaat. Vlak voor de zomerstop kwam dan toch de verwachte terugval. Vanaf dat moment zat teamgenoot Kwjat ook weer een stuk dichterbij, wat deed vermoeden dat Sainz niet zijn gebruikelijke niveau haalde. Sainz redde de eer met nog twee zesde plaatsen tegen het eind van het seizoen, zodat hij op een verdienstelijke score van 46 punten kwam, een ruime verbetering ten opzichte van de 18 die hij vorig jaar scoorde.
8

Daniïl Kwjat (14e met 25 punten, ppr: 5,03)
Er waren veel mensen die hun wenkbrauwen even optrokken toen Kwjat eind 2014 naar het hoofdteam van Red Bull werd gepromoveerd. De kritiek verstomde toen hij het in 2015 heel behoorlijk deed ten opzichte van Ricciardo. Begin 2016 was het hele andere koek. Na zijn rampartij voor eigen publiek in Rusland was de maat vol en werd hij teruggezet naar Toro Rosso. Dat moet enorm veel pijn hebben gedaan en dat was op de baan terug te zien, want na de degradatie reed Kwjat werkelijk waar geen deuk meer in een pakje boter. In zijn 17 optredens voor Toro Rosso haalde hij welgeteld 4 punten, zodat hij zelfs nog ver achter zijn nieuwe teamgenoot in de stand eindigde. Een afgang. Het enige positieve voor Kwjat is dat hij er volgend jaar weer bij is.
4

hh
Aantal gescoorde WK-punten van Grosjean (rood), Kwjat (lichtpaars) en Button (grijs) vergeleken Grosjeans gemiddelde score van 1,4 punten per race.

Haas-Ferrari (8e met 29 punten)
Sinds 2010 is men altijd een beetje huiverig als er een nieuw team van plan is om mee te doen, want op auto’s die altijd stijf achteraan rijden zit ook niemand te wachten. Gelukkig heeft het team van Haas laten zien hoe het ook kan. Een flinke voorbereidingstijd en een heleboel hulp van Ferrari en voilá, daar is een auto die meteen al punten kan pakken. Haas debuteerde met een prachtige zesde plaats. Opmerkelijk genoeg ging het later in het seizoen minder. Keer op keer sprongen de remschijven van de auto’s af en kennelijk snapte niemand hoe dat nou kon. Het lijkt erop dat Haas het lek boven heeft, zodat Grosjean en Magnussen volgend jaar serieuze puntenkandidaten zijn.
7

Romain Grosjean (13e met 29 punten, ppr: 5,06)
Met drie stevige puntenfinishes in de eerste vier races steeg Grosjean boven zichzelf uit. Vooral zijn optreden in Bahrein, waarin hij met de Red Bulls, Toro Rosso’s en Williams’ zat te vechten, leverde hem de Driver of the Day Award en een hoop complimenten op. Daarna ging het echter minder. Vaak kreeg Grosjean zijn afstelling niet voor elkaar, zodat hij de hele race ergens in de staart van de middenmoot bivakkeerde. Hij piekte echter steeds op de momenten dat er punten waren te behalen, zodat hij met 29 punten helemaal geen gek seizoen had.
7

Esteban Gutiérrez (21e met 5 11e plaatsen, ppr: 2,53)
De ruzie tussen Gutiérrez en teambaas Steiner na afloop van de Grand Prix van Brazilië zei alles over Gutiérrez’ derde seizoen in de Formule 1. De coureur was teleurgesteld dat de betrouwbaarheid hem in de steek liet op het moment dat hij eventueel punten had kunnen scoren. Het was de frustratie van een gestrest man, want ook in 2016 bleef Gutiérrez puntloos, zodat teamgenoot Grosjean alle punten voor het team van Haas voor zijn rekening nam. De Zwitserse Fransoos was dan ook niet echt onder de indruk van de capaciteiten van zijn Mexicaanse teamgenoot. “Om als team verder te komen is het handig als beide coureurs punten pakken”, bitste hij. Het was een beetje een harde uitspraak, omdat Gutiérrez vaker voor Grosjean finishte dan andersom. Gutiérrez had echter geen uitschieters naar boven en goede kansen op punten (zoals in Italië en Japan) wist hij dankzij erbarmelijke starts grondig te verknallen. Voor 2017 moet Gutiérrez hopen op een zitje bij Sauber of Manor.
4

Renault (9e met 8 punten)
Een slecht chassis, een zwakke motor en twee zwakke rijders: al voor het seizoen was het duidelijk dat de Fransen een moeizaam jaar tegemoet zouden gaan. Nadat het uit Renault voorgekomen team van Lotus eind 2015 bijna failliet was, besloot Renault de boel weer over te nemen. Eindelijk kon de auto weer verder ontwikkeld worden! De gouden tijden van een decennium geleden waren natuurlijk al lang voorbij, maar met de fabriekssteun zou het team weer uit het dal moeten klimmen? Het gebeurde niet. De prestaties waren meestal nog fletser dan het fletse geel waarin de wagens waren gespoten. Op circuits waar motorvermogen een grote rol speelde, waren de Renaults vaak het langzaamst van allemaal. Voor Hülkenberg en Palmer valt te hopen dat Renault volgend jaar wat dichter bij het niveau zit dat je van een fabrieksteam mag verwachten.
4

Kevin Magnussen (16e met 7 punten, ppr: 4,50)
Met een fraaie zevende plaats in Rusland gaf Magnussen Renault 6 erg waardevolle punten. Helaas voor de Deen was het weer zo’n uitschieter als zijn debuutrace, toen hij voor McLaren een tweede plaats behaalde. Net als in 2014 bleef het bij die ene uitschieter. Magnussen pakte in Singapore nog een puntje en dat was het dan. Erger was het nog dat Palmer hem in de slotfase van het seizoen vaker wel dan niet de baas was. Geen goed teken. Door bij Haas aan boord te springen, heeft Magnussen zich in ieder geval van nog een derde jaar in de Formule 1 verzekerd en dat is, gezien zijn huidige vorm, al heel wat.
5

Jolyon Palmer (18e met 1 punt, ppr: 3,89)
Hoewel de Formule 1-auto’s tegenwoordig een stuk betrouwbaarder zijn dan enkele decennia geleden, komt het niet zo heel vaak voor dat iedereen de finish haalde. Dit jaar gebeurde het alleen in China en Japan. In China had Palmer de twijfelachtige eer om door iedereen, dus inclusief Manor-rijder Haryanto, geklopt te worden. Heel pijnlijk. Gedurende het seizoen verbeterde Palmer zich wel. In Hongarije snuffelde hij aan een puntje en in Maleisië was het dan echt raak. Geen wereldprestatie, maar gezien de progressie mag Palmer hopen op nog een jaartje in de hoogste tak van de autosport. Dan moet hij die stunts als in Brazilië overigens wel afleren.
5

Sauber (10e met 2 punten)
Na een puntloos 2014 dreigde er in 2016 voor de tweede keer in drie jaar een puntloos jaar voor Sauber, wat voor het team een miljoenenstrop zou betekenen. Gelukkig voor Monisha Kaltenborn en de haren scoorde Nasr in het Braziliaanse waterballet twee punten met de negende plaats, zodat het team weer opgelucht kan ademhalen. De toekomst ziet er overigens nog steeds niet goed uit voor het team: volgend jaar heeft het team slechts de beschikking over de Ferrari-motoren van dit jaar en daarnaast is Nasr zijn sponsor kwijtgeraakt, zodat het team op zoek moet naar een andere geldschieter. Giedo van der Garde misschien?
4

Felipe Nasr (17e met 2 punten, ppr: 5,69)
In het begin van het seizoen klaagde Nasr steen en been over de auto. Er zou iets mis zijn met het chassis, maar ook nadat Nasr een nieuw chassis had gekregen, bleef Ericsson over het algemeen de snellere coureur. Nasrs rampseizoen leek in Brazilië onverwachts nog een happy end te krijgen met een puntenfinish. Het waren wel de enige punten van hem in het seizoen, een flinke teruggang ten opzichte van de 27 van vorig jaar. Tot overmaat van ramp houdt Banco do Brasil op hem te sponsoren, waardoor de toekomst voor de Braziliaan er nog somberder uitziet dan dat van zijn team.
5

Marcus Ericsson (22e met 1 11e plaats, ppr: 5,42)
Eigenlijk het hele seizoen was Ericsson Nasr de baas. Helaas voor de Zweed kwam die overmacht niet in de eindstand tot uitdrukking omdat Ericsson zijn bolide in Brazilië al vroeg in de race in de muur gooide. Ericsson kan echter wel tevreden zijn over zijn snelheid in 2016 en dat hij er in 2017 weer bij is.
6

Manor-Mercedes (11e met 1 punt)
Nee hè, niet weer!? Manor beleefde in Brazilië een soort déjà vu. Net als in 2012, toen het team van Caterham ze in de slotfase van de krankzinnige race de tiende plaats in het constructeurskampioenschap afpakte, zo deed Sauber dat dit jaar. Onder normale omstandigheden had het team van Sauber geen schijn van kans gehad om punten te pakken en dus zou de tiende plaats van Wehrlein in Oostenrijk goud waard geweest zijn. Het mocht niet zo zijn, maar over 2016 hoeft Manor zich niet te schamen. Na een abominabel 2015 konden de cyaan-rood gekleurde bolides zich in 2016 met de staart van de middenmoot meten en dat was al heel wat. De vraag is wel wie de Manors volgend jaar gaan besturen.
7

Pascal Wehrlein (19e met 1 punt, ppr: 4,66)
Hij is enorm getalenteerd, maar ook arrogant en lastig om mee te werken. Door de promotie van teamgenoot Ocon naar Force India lijkt dat laatste zich ook echt tegen de Duitser te hebben gekeerd, want aan zijn prestaties op de baan kan het niet echt hebben gelegen. Ten opzichte van Ocon deed Wehrlein het vooral goed in de kwalificaties. In de races waren ze meer aan elkaar gewaagd en tegen het eind van het seizoen was Ocon vaak de betere. Toch scoorde Wehrlein als enige Manor-coureur een punt voor zijn team en mag hij vanwege Rosbergs vertrek hopen op een plaatsje in een kampioensteam.
7

Esteban Ocon (23e met 1 12e plaats, ppr: 4,46)
Tijdens de zomerstop werd het duidelijk dat Rio Haryanto vanwege een gebrek aan sponsorgeld gedumpt werd door Manor. Voor hem in de plaats kwam Esteban Ocon, de Formule 3-rivaal van Max Verstappen. Zijn eerste optredens waren nog wat weifelend en in de kwalificatie deed hij het ten opzichte van Wehrlein zelfs nog slechter dan Haryanto, maar gedurende het seizoen kwam hij op stoom. In Brazilië vocht hij als een leeuw om in de punten te blijven, een strijd die gedoemd was te mislukken, maar met de twaalfde plaats in de moeilijke omstandigheden liet hij wel zijn klasse zien. Volgend seizoen mag hij al gelijk bij Force India aan de slag. Als hij daar de stijgende lijn kan doorzetten, dan kan Pérez zijn borst alvast natmaken.
7

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *